Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak van het gedeelte van het onder feit 1 van parketnummer 10-107499-23 primair ten laste gelegde dat ziet op de zinsnede “waardoor een ander (…) werd gedood”;
- bewezenverklaring van het onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 van parketnummer 10-107499-23 ten laste gelegde en het onder parketnummer 16-157099-22 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal melden bij de reclassering, zich ambulant zal laten behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen, geen drugs en alcohol zal gebruiken en zich zal inspannen voor het vinden en behouden van zinvolle dagbesteding;
- veroordeling van de verdachte tot een ontzegging van bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van één jaar;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen in de zaken met parketnummer 96-040463-21 en parketnummer 96-102114-21.
4..Waardering van het bewijs
,een breuk in een nekwervel , een
.
.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9..Vorderingen tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden,
groot 6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 jaar;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
3 (drie) jaren;
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 15.000,- (zegge: vijftienduizend euro), bestaande uit affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 15.000,-(hoofdsom,
zegge: vijftienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 15.000,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
110 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij02]niet-ontvankelijk in de vordering;
[benadeelde partij02]in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot op heden aan de zijde van de verdachte begroot op nihil;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 11 mei 2022 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van: 6 weken;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 5 september 2022 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van: 2 weken.