ECLI:NL:RBROT:2023:7328
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de schuldsaneringsregeling op basis van de hardheidsclausule in een faillissementsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 5 januari 2023 een verzoekschrift ingediend, dat later telefonisch is behandeld op 23 februari 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen en dat er onvoldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. De beoordeling van de goede trouw van verzoeker is cruciaal, waarbij de rechtbank rekening houdt met de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker risicovolle beleggingen heeft gedaan, wat heeft geleid tot een aanzienlijke schuldenlast, waaronder preferente en concurrente vorderingen van de Belastingdienst. Ondanks het ontbreken van goede trouw, heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoeker zijn financiële situatie onder controle heeft gekregen door onder beschermingsbewind te staan en geen nieuwe schulden meer te maken. De rechtbank heeft daarom besloten de schuldsaneringsregeling toe te wijzen, met benoeming van een rechter-commissaris en het geven van instructies aan de bewindvoerder. De uitspraak benadrukt de noodzaak van goede trouw in de schuldsaneringsprocedure, maar erkent ook de mogelijkheid van toewijzing onder bepaalde omstandigheden.