ECLI:NL:RBROT:2023:7276
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid aan mensenhandel in Rotterdam
Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1967, die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan mensenhandel. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank op basis van het onderzoek op de terechtzittingen van 23 augustus 2022, 15 december 2022 en 11 mei 2023 tot haar oordeel kwam. De officier van justitie, mr. T.J. Lindhout, had integrale vrijspraak gevorderd, en de rechtbank heeft deze eis gevolgd. De rechtbank oordeelde dat zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden verklaard. De verdachte werd dan ook integraal vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
De tenlastelegging betrof onder andere het werven, vervoeren en huisvesten van een slachtoffer met het oogmerk van seksuele uitbuiting. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten. De beslissing van de rechtbank werd genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J.A.M. van der Vleuten, en werd openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak. De jongste rechter en de griffier waren niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke zaken.