Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan het vinden en behouden van nuttige dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 210 (tweehonderdtien) dagen;
€ 150,00 (zegge: honderdvijftig euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 150,00(hoofdsom,
zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;