Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het proces-verbaal van de zitting van 19 juli 2023 waarin het mondeling wrakingsverzoek en de gronden daarvan zijn vermeld;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 25 juli 2023.
Rechtbank Rotterdam
Op 14 augustus 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuurszaak tegen de heffingsambtenaar van de Regionale Belasting Groep Schiedam. Het verzoeker stelde dat de rechter, mr. A.P. Hameete, hem op een autoritaire en vijandige manier had bejegend tijdens de zitting van 19 juli 2023. Verzoeker voelde zich niet in de gelegenheid om zijn standpunt toe te lichten en meende dat de rechter hem niet als medemens had behandeld. Hij voerde aan dat de rechter ten onrechte concludeerde dat hij de Grondwet niet erkende en dat het proces-verbaal van de zitting onjuist was weergegeven.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete feiten zijn die wijzen op partijdigheid of vooringenomenheid. De klachten van verzoeker betroffen in wezen de wijze van bejegening door de rechter, wat niet voldoende is voor een wrakingsverzoek. De wrakingskamer benadrukte dat verzoeker voldoende en concrete feiten moet aanvoeren om zijn vrees voor partijdigheid te onderbouwen, maar dat deze feiten niet waren gesteld of gebleken. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde omstandigheden geen aanwijzing gaven voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechter.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en de rechtbank stelde dat verzoeker zijn klachten over de wijze van bejegening bij het gerechtsbestuur kon indienen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters A.M.H. Geerars, S.C.C. Hes-Bakkeren en E. van Schouten, met mr. V.A. Versloot als griffier.