ECLI:NL:RBROT:2023:7186

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
10-081130-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorhanden hebben vuurwapen en munitie; ten laste gelegde periode niet bewezen

Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die ten laste was gelegd dat hij in de periode van 14 juni 2019 tot en met 28 december 2022 in Spijkenisse een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.J.M. den Blanken. De officier van justitie, mr. N. Aandewiel, eiste vrijspraak voor het tweede feit en een gevangenisstraf van negen maanden voor het eerste feit, met uitzondering van medeplegen.

De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het tweede feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank volgde de officier van justitie en de verdediging in hun oordeel dat de verdachte van dit feit vrijgesproken moest worden. Wat betreft het eerste feit, hoewel de verdachte had verklaard het wapen voorhanden te hebben gehad, was er onvoldoende bewijs dat dit binnen de ten laste gelegde periode had plaatsgevonden. Hierdoor kon de rechtbank ook voor dit feit geen bewezenverklaring geven.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de verdachte niet bewezen kon worden geacht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten te hebben begaan en heeft hem daarvan vrijgesproken. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met de oudste rechter buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-081130-23
Datum uitspraak: 21 juni 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01],
raadsman mr. C.J.M. den Blanken, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 juni 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Aandewiel heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde, met uitzondering van medeplegen;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

Feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Feit 1
De verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij het in de tenlastelegging omschreven wapen voorhanden heeft gehad, maar nu hij verklaart dat dit voorafgaand aan de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden en het dossier verder geen aanknopingspunten bevat om te komen tot een bewezenverklaring van ‘omstreeks’ de ten laste gelegde periode, dient de verdachte ook van feit 1 vrijgesproken te worden.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
mr. C.J.L. van Dam en mr. S.K. Lanning-Stein, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2019 tot en met 28 december 2022 te
Spijkenisse, gemeente Nissewaard
alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
(een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens
en munitie,
te weten
een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een
pistool van het merk Zastava M 70 kaliber 7.65 mm
voorhanden heeft gehad;
2
hij in of omstreeks 14 juni 2019 tot en met 28 december 2022 te Spijkenisse,
gemeente Nissewaard
munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten
munitie als bedoeld in
art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten
een hagelpatroon, merk Rottweil, kaliber 12 Gauge,
voorhanden heeft gehad.