ECLI:NL:RBROT:2023:7154

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
10197425 CV EXPL 22-35126
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst van opdracht wegens tekortkoming in nakoming

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2023, gaat het om een geschil tussen [eiser01], handelend onder de naam [handelsnaam01], en Biobasura B.V. De eiser vordert betaling van onbetaalde facturen die voortvloeien uit een overeenkomst van opdracht die op 27 november 2021 is gesloten. De eiser heeft werkzaamheden verricht voor Biobasura in het kader van een LinkedIn campagne, maar Biobasura heeft de facturen van 14 december 2021 en 5 april 2022 onbetaald gelaten. Biobasura heeft de eiser in gebreke gesteld, maar de eiser heeft niet gereageerd op deze ingebrekestelling.

De eiser vordert een totaalbedrag van € 1.312,26, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Biobasura verzet zich tegen deze vordering en doet zelf een tegenvordering tot ontbinding van de overeenkomst, stellende dat de eiser tekortgeschoten is in de nakoming van de gemaakte afspraken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de eiser erkend dat de door hem gegenereerde leads niet allemaal daadwerkelijk waren en dat hij niet heeft gereageerd op de ingebrekestelling.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en dat de ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. De vordering van de eiser is afgewezen, en de overeenkomst is ontbonden. De eiser is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Biobasura zijn vastgesteld op € 50,-.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10197425 CV EXPL 22-35126
datum uitspraak: 21 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01],
tevens handelend onder de naam [handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
gemachtigde: mr. D.J. Mensink te Groningen,
tegen
Biobasura B.V.,
vestigingsplaats: Schiedam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
vertegenwoordigd door haar statutair directeur, [naam01] .
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser01] ” en “Biobasura”.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 november 2022, met producties 1 tot en met 6;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord op de rolzitting van 22 november 2022;
  • het schriftelijke antwoord, met eis in reconventie (tegeneis), met producties.
1.2.
Op 16 mei 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. [eiser01] is in persoon verschenen, vergezeld door [naam02] , medewerker, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. Aan de zijde van Biobasura was aanwezig [naam01] (hierna: [naam01] ).

2..De feiten

2.1.
Biobasura houdt zich bezig met een (gesubsidieerde) ophaalservice aan huis van te recyclen huishoudelijk afval speciaal gericht op flatbewoners.
2.2.
[naam01] heeft met [eiser01] op 27 november 2021 een overeenkomst van opdracht gesloten met betrekking tot het door [eiser01] ten behoeve van [naam01] verrichten van werkzaamheden in het kader van een LinkedIn campagne (hierna: de overeenkomst).
2.3.
Bij facturen van 14 december 2021 en 5 april 2022 heeft [eiser01] op basis van de overeenkomst bedragen van elk € 544,50 (inclusief btw) bij Biobasura in rekening gebracht. Biobasura heeft deze facturen onbetaald gelaten.
2.4.
Bij e-mail van 15 maart 2022 heeft Biobasura [eiser01] in gebreke gesteld. In deze e-mail is het volgende - voor zover van belang - aan [eiser01] meegedeeld:
“(…) Wij maakten de afspraak leads genereren (…)
Vervolgens na vele gesprekken te hebben gevoerd over eerdere problemen met Linkedin met de strategie die er gebruikt werd gegarandeerde jullie mij dat dat niet zou gebeuren omdat jullie een eigen systeem hebben, wat niet klopt want mijn hele LinkedIn liep vol met vragen van mensen hoe ik aan hun gegevens kwam en of dat zij allang niet voor een VVE meer werkten etc gebombardeerd met loze leads die waar ik niet op zat te wachten en dat duidelijk afgesproken was dat dat niet zou gebeuren wegens eerdere problemen.
(…)
Helaas hield u zich niet aan de afspraken. Ik heb de volgende klacht / klachten: De beloofde snelle communicatie was niet nagekomen, Ik heb voor niks zitten wachten en tijd vrij gemaakt voor een zoom meeting en tevens getract telefonisch contact te leggen werd er niet opgenomen. Na meerdere malen te hebben aangegeven dat er iets niet klopte werd ik niet teruggebeld, geen voorstel gedaan voor een oplossing, gemaakte afspraken niet nagekomen, nooit werkelijk begonnen met leads genereren alleen het voorwerk. Daarom is dit een onterechte incasso. (…)
Eerder vroeg ik u om met mij te een zoom meeting te plannen om alles te bespreken. Helaas wilt u hier niet aan meewerken / reageert u niet op mijn brief / houdt u zich nog steeds niet aan alle afspraken.
Via deze brief geef ik u een laatste kans om u aan de afspraken te houden. Ik geef u hiervoor 7 dagen de tijd.
Doet u dat niet, dan zal ik ons contract ontbinden. Ook stel ik u vast aansprakelijk voor alle schade die ik hierdoor krijg.
(…)”
2.5.
[eiser01] heeft niet op de ingebrekestelling gereageerd.

3..Het geschil

3.1.
[eiser01] eist samengevat:
  • Biobasura te veroordelen aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 1.312,26, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.089,00 vanaf de dag van dagvaarding;
  • Biobasura te veroordelen in de proces- en nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 1.089,00, de wettelijke rente van € 59,91 (berekend tot de dag van dagvaarding) en buitengerechtelijke incassokosten van € 163,35.
3.2.
[eiser01] baseert de eis op het volgende.
Biobasura is ondanks aanmaningen in gebreke gebleven met de tijdige betaling van de bij de facturen van 14 december 2021 en 5 april 2022 in rekening gebrachte bedragen van in totaal € 1.089,00 (inclusief btw). Omdat betaling uitbleef, heeft [eiser01] zijn vordering ter incasso uit handen moeten geven. [eiser01] maakt daarom ook aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 163,35. Daarnaast maakt [eiser01] aanspraak op vergoeding van de wettelijke rente.
3.3.
Biobasura is het niet eens met de eis van [eiser01] en eist zelf samengevat:
  • de overeenkomst tussen partijen en de incasso ongegrond te verklaren en te ontbinden;
  • [eiser01] te veroordelen aan Biobasura te betalen een bedrag van € 1.312,26 aan schadevergoeding gelijk aan de hoofdsom inclusief bijkomende kosten;
  • [eiser01] te veroordelen aan Biobasura te betalen een bedrag van € 18,00 aan reiskosten naar de rechtbank, € 2,50 met betrekking tot de per aangetekende e-mail verzonden ingebrekestelling, € 41,50 aan inkt voor het printen en € 12,97 voor de kosten voor het aangetekende verweerschrift en de envelop.
3.4.
Biobasura baseert de tegeneis op het volgende.
[eiser01] heeft zich niet gehouden aan de tussen partijen in het kader van de overeenkomst gemaakte afspraken. [eiser01] zou nieuwe klanten genereren voor Biobasura via leads. [naam01] heeft met [eiser01] afgesproken dat 1) sprake moet zijn van echte (netto) leads (geen lijst met honderden mensen die niet weten wie Biobasura is of wat zij doet), 2) de benaderde personen echt interesse moeten hebben en met [naam01] een afspraak willen maken, zodat [naam01] de diensten van Biobasura kan presenteren en verkopen en 3) alles verloopt via eigen beheer van [eiser01] , dus hij zoekt zelf de leads, spreekt een bevoegd persoon die serieus met [naam01] om tafel wil en [eiser01] zet de juiste persoon door voor het maken van een afspraak.
[naam01] heeft in meerdere gesprekken met [eiser01] duidelijk aangegeven wat zij wilde en verwachtte van [eiser01] , waar [naam01] in het verleden tegenaan was gelopen en dat een zogeheten LinkedIn helper met automatische software niet werkte voor [naam01] . [eiser01] wist [naam01] te overtuigen dat het heel anders zou lopen en garandeerde [naam01] dat hij een eigen systeem had dat alleen via LinkedIn werkt, welk systeem [eiser01] zelf in beheer heeft.
Omdat [eiser01] zich niet aan de gemaakte afspraken hield, heeft [naam01] hem in gebreke gesteld. [eiser01] heeft daar niet op gereageerd. De overeenkomst dient dan ook ontbonden te worden. Tussen partijen is afgesproken dat Biobasura pas zou hoeven te betalen als de campagne naar wens was. Biobasura betwist ook de verschuldigdheid van de gevorderde bijkomende kosten.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Biobasura meegedeeld dat het gevorderde bedrag van € 1.312,26 niet daadwerkelijk als tegeneis moet worden beschouwd, maar in die zin moet worden begrepen dat de vordering van [eiser01] wordt afgewezen. Biobasura heeft daarop haar vordering verminderd met het genoemde bedrag van € 1.312,26.

4..De beoordeling

in conventie en reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zullen deze gezamenlijk worden beoordeeld.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat partijen het erover eens zijn dat de rechten en verplichtingen die voor [naam01] voortvloeien uit de overeenkomst zijn overgenomen door Biobasura B.V.
inhoud van de overeenkomst
4.3.
Allereerst staat de vraag ter beoordeling wat partijen in het kader van de overeenkomst precies hebben afgesproken. Biobasura heeft concreet aangegeven welke afspraken volgens haar tussen partijen zijn gemaakt (zie hiervoor 3.4). [eiser01] heeft de door Biobasura gestelde afspraken onvoldoende gemotiveerd betwist. [eiser01] heeft zich weliswaar op het standpunt gesteld dat alle afspraken zijn vastgelegd in een door hem opgestelde offerte, maar die offerte is niet overgelegd. Het aanbod van [eiser01] tijdens de mondelinge behandeling om deze offerte alsnog over te leggen wordt gepasseerd. [eiser01] had die offerte, zo blijkt ook uit de brief van de rechtbank van 6 februari 2023 waarin de mondelinge behandeling is bepaald, immers uiterlijk tien dagen voor de zitting moeten overleggen. [eiser01] heeft dat niet gedaan en de gevolgen daarvan zijn voor zijn rekening. Dat betekent in dit geval dat de kantonrechter uitgaat van de inhoud van de overeenkomst zoals door Biobasura gesteld.
tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser01] de overeenkomst niet heeft uitgevoerd op de wijze zoals tussen partijen is afgesproken. [eiser01] heeft tijdens de mondelinge behandeling immers erkend dat de door hem ten behoeve van Biobasura gegenereerde leads niet allemaal daadwerkelijke leads waren en dat hij zelf niets heeft gedaan met de personen die reageerden via LinkedIn. Ook heeft hij niet betwist dat de LinkedIn inbox van [naam01] volliep met berichten van personen waarvan niet duidelijk was of zij serieuze interesse hadden in de diensten van Biobasura en om daarover in gesprek te gaan met Biobasura. Niet in geschil is dat Biobasura [eiser01] per e-mail van 15 maart 2022 in gebreke heeft gesteld en hem in de gelegenheid heeft gesteld om de overeenkomst correct na te komen. De geboden (herstel)termijn van zeven dagen wordt redelijk geacht. [eiser01] heeft op dit punt ook geen verweer gevoerd. [eiser01] heeft tijdens de mondelinge behandeling erkend dat hij niet op de ingebrekestelling heeft gereageerd en heeft verklaard dat hij na de ingebrekestelling de zaak direct uit handen heeft gegeven aan zijn gemachtigde ter incasso van de facturen. [eiser01] is dus niet alsnog tot deugdelijke nakoming van de overeenkomst overgegaan. Dit betekent dat [eiser01] in verzuim is geraakt.
ontbinding van de overeenkomst
4.5.
In artikel 6:265 lid 1 BW is bepaald dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas wanneer de schuldenaar is verzuim is.
4.6.
Uit rechtsoverweging 4.4 vloeit voort dat [eiser01] tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en dat hij in verzuim is geraakt. Niet gesteld of gebleken is dat de tekortkoming de ontbinding in de gegeven omstandigheden niet rechtvaardigt. Daarom wordt de door Biobasura gevorderde ontbinding van de overeenkomst toegewezen op de wijze zoals hierna is vermeld.
4.7.
De ontbinding van de overeenkomst bevrijdt partijen van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover hieraan al is voldaan, ontstaat een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds ontvangen prestaties (artikel 6:271 BW). Als de aard van de prestatie uitsluit dat zij ongedaan wordt gemaakt, dan treedt daarvoor een vergoeding in de plaats ten belope van de waarde op het tijdstip van de ontvangst (artikel 6:272 lid 1 BW). Heeft de prestatie niet aan de verbintenis beantwoord, dan wordt deze vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de ontvanger op het tijdstip van de ontvangst werkelijk heeft gehad (artikel 6:272 lid 2 BW).
4.8.
Hiervoor is al overwogen dat de prestatie van [eiser01] niet aan de verbintenis heeft beantwoord. Niet (voldoende) is gebleken dat de prestatie van [eiser01] enige waarde heeft gehad voor Biobasura. De waarde van de prestatie van [eiser01] wordt daarom vastgesteld op nihil. Dit leidt ertoe dat Biobasura geen vergoeding is verschuldigd voor de door [eiser01] verrichte prestatie. Het voorgaande betekent ook dat Biobasura het door [eiser01] gevorderde bedrag van € 1.089,00 (inclusief btw) aan hoofdsom, dat door Biobasura onbetaald is gelaten, niet is verschuldigd.
conclusie
4.9.
De conclusie is dat de vordering van [eiser01] in conventie tot betaling van de facturen wordt afgewezen. Er bestaat reeds daarom geen grond voor toewijzing van de door [eiser01] gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten, zodat deze vorderingen ook worden afgewezen. In reconventie wordt de door Biobasura gevorderde ontbinding toegewezen. Voor toewijzing van de door Biobasura gevorderde kosten van € 2,50 voor de aangetekende mail is geen reden, nu Biobasura deze vordering op geen enkele manier heeft onderbouwd. Over de overige door Biobasura gevorderde kosten wordt in het kader van de proceskosten beslist.
proceskosten
4.10.
[eiser01] wordt in conventie volledig en in reconventie grotendeels in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de proceskosten betalen. Deze worden aan de zijde van Biobasura in conventie vastgesteld op het forfaitaire bedrag van € 50,- aan reis-, verblijf- en verletkosten. Biobasura heeft weliswaar aanspraak gemaakt op een hoger bedrag (aan reiskosten, inkt voor het printen en kosten voor het aangetekende verweerschrift en de envelop), maar zij heeft die kosten niet (voldoende) onderbouwd. De kosten in reconventie worden vastgesteld op nihil, omdat die vordering voorkwam uit het verweer in conventie.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser01] af;
5.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, die aan de zijde van Biobasura tot vandaag worden vastgesteld op € 50,-;
in reconventie
5.3.
ontbindt de overeenkomst tussen partijen van 27 november 2021;
5.4.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, die aan de zijde van Biobasura tot vandaag worden vastgesteld op nihil;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
764