ECLI:NL:RBROT:2023:7152

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
661066 / H RK 23-642
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure

Op 17 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich vertegenwoordigd voelde door zijn gemachtigde in een civiele zaak tegen VWA B.V. Het verzoek tot wraking was ingediend omdat de verzoeker alleen op maandagen beschikbaar was voor de mondelinge behandeling, terwijl de rechter had besloten deze op een vrijdag te laten plaatsvinden. De verzoeker stelde dat deze beslissing een gevoel van partijdigheid bij de rechter opriep. De wrakingskamer heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechter had geprobeerd de zitting te verplaatsen naar een maandag, maar dat dit niet mogelijk was voor de gemachtigde van de wederpartij. De rechter had ook aangegeven dat de verzoeker via Teams aan de zitting kon deelnemen, wat de verzoeker echter moeilijk te plannen vond vanwege zijn werk. De wrakingskamer oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de objectieve vrees van partijdigheid. De conclusie was dat het verzoek tot wraking ongegrond was en werd afgewezen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingkamer
zaaknummer: C/10/661066 / HA RK 23-642
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 17 juli 2023
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. C. Van Steenderen-Koornneef,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank, locatie Rotterdam.
Tegenwoordig zijn mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. A. Verweij en mr. W.J.M. Diekman, rechters, en mr. M.M. Schalk, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
  • verzoeker,
  • de heer [naam] , namens VWA B.V.
In deze zaak heeft een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek plaatsgevonden. Aansluitend op de mondelinge behandeling heeft de wrakingskamer – na een onderbreking voor beraad – mondeling uitspraak gedaan, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt.

1.Beoordeling

1.1.
Verzoeker heeft per e-mail van 23 juni 2023 een verzoek tot wraking gedaan. Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de civiele zaak met nummer 10397122 CV EXPL 23-1086. Die zaak betreft een geschil tussen verzoeker en VWA B.V. Het dossier van deze zaak is ter beschikking gesteld van de wrakingskamer.
1.2.
Verzoeker heeft – kort samengevat – aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat de beslissing van de rechter om de mondelinge behandeling op een vrijdag doorgang te laten vinden terwijl verzoeker alleen op maandagen beschikbaar is, verzoeker het gevoel geeft van partijdigheid van de rechter.
1.3.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
1.4.
Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig nooit grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het is niet aan de wrakingskamer om een oordeel te geven over de juistheid van de (tussen)beslissing of over een verzuim te beslissen. Dat oordeel is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak.
1.5.
Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen verzet zich er ook tegen dat de motivering van de (tussen)beslissing grond kan vormen voor wraking, ook als het gaat om een door de wrakingskamer onjuist, onbegrijpelijk, gebrekkig of te summier geachte motivering of om het ontbreken van een motivering. Dit is uitsluitend anders als de motivering van de (tussen)beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten – bijvoorbeeld door de in de motivering gebruikte bewoordingen – niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven.
1.6.
De door verzoeker aangevoerde grond haalt deze hoge drempel niet. Daartoe wordt het volgende overwogen. Uit de schriftelijke reactie van de rechter volgt dat geprobeerd is de mondelinge behandeling te verplaatsen naar een maandag, maar dat dit niet mogelijk is gebleken voor de gemachtigde van de wederpartij. De rechter heeft in haar reactie toegelicht dat zij in haar oordeel om de mondelinge behandeling op de oorspronkelijke datum te laten doorgaan, heeft meegewogen dat verzoeker een gemachtigde heeft die hem vertegenwoordigt en dat verzoeker aan de mondelinge behandeling – desgewenst – via Teams kan deelnemen. Verzoeker heeft tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek te kennen gegeven dat hij in persoon procedeert en dat Teams deelname voor hem door de aard van zijn werk lastig te plannen valt, en door de beslissing van de rechter in zoverre wordt beperkt in zijn recht om zelf het woord te voeren. Deze omstandigheden kunnen niet aan de rechter worden tegengeworpen. In de kop en aanhef van de dagvaarding in de civiele zaak staat namelijk dat Juridisch Advies Rotterdam als gemachtigde voor verzoeker zal optreden. Dat verzoeker op vrijdag ook niet via Teams zou kunnen deelnemen was niet bekend.
1.7.
Gelet op het voorgaande leveren de aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzing op voor het oordeel dat de door verzoeker geuite vrees dat de rechter jegens hem een vooringenomenheid koestert – objectief – gerechtvaardigd is.
1.8.
De conclusie is dat het verzoek ongegrond is, zodat het wordt afgewezen.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
wijst het verzoek tot wraking van mr. C. Van Steenderen-Koornneef af.
Waarvan proces-verbaal,
bij afwezigheid van de voorzitter
de oudste rechter