ECLI:NL:RBROT:2023:7140

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juni 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
660444 / HA RK 23-596
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de rechter in kort geding na eindvonnis

Op 14 juni 2023 heeft de rechter in een kort geding een mondeling eindvonnis gewezen. Het wrakingsverzoek van de verzoeker is op 15 juni 2023 door de rechtbank ontvangen. De wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam heeft op 19 juni 2023 beslist op het verzoek tot wraking van de rechter, mr. M.C. van der Kolk. De procedure betreft een verzoek tot wraking in een kort geding waarin [naam eiseres] als eiseres tegen verzoeker als gedaagde optrad. Het dossier van deze zaak is ter beschikking gesteld aan de wrakingskamer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wraking is ingediend nadat de rechter al een einduitspraak had gedaan, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. Dit betekent dat de rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft op basis van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer
zaaknummer: C/10/660444 / HA RK 23-596
Beslissing van 19 juni 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.C. van der Kolk,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verzoek van verzoeker strekt tot wraking van de rechter in het kort geding van [naam eiseres] als eiseres tegen verzoeker als gedaagde met kenmerk C/10/659126 / KG ZA 23-490. Het dossier van deze zaak is ter beschikking gesteld van de wrakingskamer.
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt verder uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van verzoeker van 15 juni 2023 en
  • de aanvulling op het wrakingsverzoek van diezelfde datum.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is toegekend aan een partij die wil voorkomen dat een rechter (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2.
Op 14 juni 2023 heeft de rechter in het hiervoor omschreven kort geding mondeling vonnis gewezen. Dat vonnis is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geëindigd.
2.3.
Het wrakingsverzoek is op 15 juni 2023 door de rechtbank ontvangen. Dat is dus nadat de rechter in de hoofdzaak een einduitspraak heeft gedaan. Hieruit volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de rechter. Verzoeker zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 8, lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mr. dr. P.G.J. van den Berg, voorzitter,
mr. drs. J. van den Bos en mr. E.A. Vroom, rechters, in tegenwoordigheid van
J.A. Faaij, griffier en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.