Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van verzoeker van 15 juni 2023 en
- de aanvulling op het wrakingsverzoek van diezelfde datum.
Rechtbank Rotterdam
Op 14 juni 2023 heeft de rechter in een kort geding een mondeling eindvonnis gewezen. Het wrakingsverzoek van de verzoeker is op 15 juni 2023 door de rechtbank ontvangen. De wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam heeft op 19 juni 2023 beslist op het verzoek tot wraking van de rechter, mr. M.C. van der Kolk. De procedure betreft een verzoek tot wraking in een kort geding waarin [naam eiseres] als eiseres tegen verzoeker als gedaagde optrad. Het dossier van deze zaak is ter beschikking gesteld aan de wrakingskamer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wraking is ingediend nadat de rechter al een einduitspraak had gedaan, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. Dit betekent dat de rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft op basis van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.