In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juli 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van twee verzoekers om een gedwongen schuldregeling te bevelen. De verzoekers, die in financiële problemen verkeerden, hadden eerder een schuldsaneringsregeling aangevraagd en een aanbod gedaan aan hun schuldeisers. Dit aanbod werd echter door de belangrijkste schuldeisers, ING en WestlandUtrecht, afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers niet transparant zijn geweest over hun financiële situatie en de achtergrond van hun schulden, waaronder een eerdere veroordeling voor criminele activiteiten zoals lidmaatschap van een criminele organisatie en witwassen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wegen dan die van de verzoekers, en dat het aanbod onvoldoende gedocumenteerd en transparant was. De rechtbank heeft daarom het verzoek om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De beslissing om het verzoek af te wijzen is genomen in het belang van de schuldeisers, die een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast vertegenwoordigen. De rechtbank zal in een afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.