In deze zaak heeft verzoekster op 26 april 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis van 27 september 2022 op te schorten. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft verklaard dat zij de huur voor mei en juni 2023 heeft betaald en dat zij is toegelaten tot schuldhulpverlening. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster, Stichting Woonbron, heeft aangekondigd de ontruiming op 2 mei 2023 te willen uitvoeren. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die in haar huurwoning wil blijven wonen en het minnelijk schuldhulpverleningstraject wil doorlopen, zwaarder laten wegen dan die van verweerster, die het vonnis van 27 september 2022 ten uitvoer wil leggen. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de lopende huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.