Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/681021-19.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 385,00 aan medische kosten, waarvan € 189,96 aan het ambulancevervoer;
- € 100,00 aan beschadigde kleding.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
meer subsidiairten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
80 (tachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
€ 1.789,96 (zegge: duizendzevenhonderdnegenentachtig euro en zesennegentig eurocent),bestaande uit
€ 289,96 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de heer [slachtoffer01] te betalen
€ 1.789,96(hoofdsom,
zegge: duizendzevenhonderdnegenentachtig euro en zesennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 20 uren taakstraf, subsidiair 10 dagen jeugddetentie, van de bij vonnis van 30 juli 2021 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde taakstraf.