In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de executeur en afwikkelingsbewindvoerder, [verweerster01], in de nalatenschap van de heer [naam01]. De verzoeker, [verzoeker01], en zijn broer, [belanghebbende01], hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard en zijn van mening dat er gewichtige redenen zijn om [verweerster01] te ontslaan. De verzoeker heeft onder andere aangevoerd dat er sprake is van wantrouwen, het niet verstrekken van gevraagde gegevens en mogelijke fraude. De kantonrechter heeft de zaak op 23 juni 2023 mondeling behandeld, waarbij alle partijen aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overledene, [naam01], bij testament [verweerster01] heeft benoemd tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder. De rechter heeft overwogen dat er geen bewijs is dat [verweerster01] in ernstige mate tekort is geschoten in haar verplichtingen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het wantrouwen van [verzoeker01] niet gefundeerd is en dat er geen gewichtige redenen zijn om [verweerster01] te ontslaan. Het verzoek is dan ook afgewezen.
Daarnaast is [verzoeker01] veroordeeld in de proceskosten van [verweerster01], die zijn vastgesteld op € 160,-. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze kosten ook bij een hoger beroep direct betaald moeten worden. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.