Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen.
2.Het geschil
3.De beoordeling
30 september 2022.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster01], en haar werkgever, Belicio Cheatday B.V. De werknemer had op 11 september 2022 haar arbeidsovereenkomst opgezegd, maar kwam een maand later terug op deze opzegging. De werknemer stelde dat de werkgever haar niet aan de opzegging kon houden. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 23 maart 2023, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer haar arbeidsovereenkomst op 11 september 2022 daadwerkelijk had opgezegd en dat de werkgever, Belicio, aan zijn onderzoeksplicht had voldaan. De werknemer had in haar ontslagmail zes gedetailleerde redenen voor haar ontslag gegeven, die de kantonrechter als voldoende beschouwde om aan te nemen dat de werknemer haar ontslag serieus meende. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer niet kon terugkomen op haar opzegging, omdat er geen bewijs was dat zij onder invloed van een geestelijke stoornis of hevige gemoedsbeweging had gehandeld.
Daarnaast heeft de kantonrechter de verzoeken van de werknemer om een vergoeding voor onregelmatige opzegging, een transitievergoeding en een billijke vergoeding afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst op een reguliere manier was beëindigd en dat er geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever was. Wel werd de werkgever veroordeeld tot betaling van € 1.613,10 bruto aan de werknemer, met rente vanaf 1 november 2022. De proceskosten werden door beide partijen zelf gedragen, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.