ECLI:NL:RBROT:2023:6943

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
10-276828-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van MDMA en ketamine door internationaal vrachtwagenchauffeur

Op 18 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1975, die als internationaal vrachtwagenchauffeur werkzaam was. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 40 kilo MDMA en het zonder registratie in voorraad hebben van 10 kilo ketamine. Tijdens de zitting op 18 juli 2023 werd vastgesteld dat de verdachte tegen betaling sporttassen had vervoerd zonder de inhoud te controleren, wat leidde tot voorwaardelijk opzet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van deze harddrugs, ondanks zijn verdediging dat hij dacht dat het om een lichtere vorm van drugs ging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van twee andere tenlastegelegde feiten, maar achtte de aanwezigheid van MDMA en ketamine bewezen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 3,5 jaar geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van 3 jaar en 6 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen bijdroeg aan de illegale drugshandel en dat dit ernstige gevolgen heeft voor de volksgezondheid. De in beslag genomen drugs werden onttrokken aan het verkeer, terwijl de verdachte zijn telefoons terugkreeg, omdat deze niet in direct verband stonden met de bewezen feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-276828-22
Datum uitspraak: 18 juli 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] (voormalig [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1975,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI01] ,
raadsman mr. W.B.M. Bos, advocaat te Oud-Beijerland.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 juli 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.I. Eijfferts heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 2 en 4 ten laste gelegde, waarbij zij bij feit 2 enkel het aanwezig hebben van de ten laste gelegde hoeveelheid MDMA bewezen acht;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3,5 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte van het onder 2 en 4 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden bewezen dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het aanwezig hebben van harddrugs. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wel vermoedde dat in de tassen die hij tegen betaling vervoerde drugs zaten, maar dat hij dacht dat het om een lichte vorm van drugs ging.
4.2.2.
Beoordeling
In de vrachtwagen waarvan de verdachte de bestuurder was, zijn op 26 oktober 2022 drie sporttassen aangetroffen met daarin gesealde blokken en poeder. Onderzoek wijst uit dat de tassen 40.055 gram MDMA en 10.022 gram ketamine bevatten. Niet is gebleken dat de verdachte voor het in voorraad hebben van ketamine een registratie had.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte door in te stemmen met het vervoeren van de sporttassen tegen betaling, zonder nader onderzoek te doen naar de inhoud van de tassen, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er verdovende middelen – ook in de zin van harddrugs – in de tassen zaten. Anders dan de verdediging is de rechtbank aldus van oordeel dat de verdachte – in ieder geval in voorwaardelijke zin – opzet heeft gehad op het aanwezig hebben van 40.055 gram MDMA en het in voorraad hebben van 10.022 gram ketamine.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van MDMA en het zonder registratie in voorraad hebben van ketamine.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij op 26 oktober 2022 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad, 40.055 gram, van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op 26 oktober 2022 te Rotterdam, opzettelijk, zonder registratie een hoeveelheid van 10.022 gram ketamine, in voorraad heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
2.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
4.
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Op 26 oktober 2022 zijn er in de vrachtwagen waarin de verdachte reed tassen aangetroffen met daarin ruim 40 kilogram MDMA en ruim 10 kilogram ketamine. De verdachte heeft verklaard dat hij door iemand is gevraagd de tassen te vervoeren in ruil voor geld.
De werkzame stof ketamine valt vanwege de geneeskundige toepassingen onder de Geneesmiddelenwet. Artikel 38 lid 1 van de Geneesmiddelenwet beoogt met name de volksgezondheid te beschermen en mede tegen die achtergrond de legale productieketen van geneesmiddelen te versterken en de illegale productie, handel of bezit ervan te verbieden.
Ketamine wordt ook als een partydrug gebruikt. Qua werking is ketamine te vergelijken met harddrugs. Gezien de aangetroffen hoeveelheid (ruim 10 kilo) kan het niet anders dan dat deze stof bestemd was om als recreatieve drug verder te worden verhandeld. De verdachte heeft daarnaast een grote hoeveelheid (ruim 40 kilo) van de harddrug MDMA voorhanden gehad.
De door de verdachte gepleegde feiten zijn ernstig. Het is algemeen bekend dat de illegale handel in verdovende middelen, zowel ketamine als stoffen die onder de Opiumwet vallen, gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit, waaronder geweld en ondermijning van de bovenwereld. Daarnaast is het (ongecontroleerde) gebruik van verdovende middelen schadelijk voor de volksgezondheid en kan het zowel direct als indirect in verband worden gebracht met overlast en criminaliteit. De verdachte heeft door het in voorraad hebben van 10 kilo ketamine en het aanwezig hebben van 40 kilo MDMA, een bijdrage geleverd aan dit illegale circuit. Hij lijkt zich om de gevolgen hiervan niet te hebben bekommerd, maar enkel oog te hebben gehad voor persoonlijk financieel gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 juni 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
De verdediging heeft de rechtbank verzocht in strafverminderende zin rekening te houden met de omstandigheid dat de verdachte gedetineerd is in een land waar hij de taal niet spreekt en waar hij geen bezoek van zijn familie kan ontvangen. Hoewel de rechtbank begrijpt dat deze omstandigheden maken dat de detentie de verdachte zwaar valt, is zij van oordeel dat dit niet in strafverminderende zin kan worden meegewogen, gelet op het belang van rechtseenheid en op hetgeen is geregeld in de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd:
- onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen drugs;
- bewaring voor de rechthebbende van het in beslag genomen geldbedrag;
- verbeurdverklaring van de Xiaomi telefoon van de verdachte;
- teruggave aan de verdachte van de Samsung telefoon van de verdachte.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt teruggave van beide telefoons aan de verdachte en sluit zich voor het overige aan bij de officier van justitie.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen sporttassen met daarin in plastic gesealde blokken en poeder ( [beslagnummer01] ) – die later MDMA en ketamine bleken te bevatten – zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang.
Ten aanzien van de in beslag genomen Samsung en Xiaomi Redmi telefoons (goednummers [beslagnummer02] en [beslagnummer03] ) zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte, omdat deze niet in direct verband kunnen worden gebracht met de bewezenverklaarde feiten.
Over de overige in beslag genomen voorwerpen neemt de rechtbank geen beslissing, nu deze niet onder de verdachte in beslag zijn genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 38 van de Geneesmiddelenwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar en 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer de drie sporttassen met daarin in plastic gesealde blokken en poeder (goednummer [beslagnummer01] );
- gelast de teruggave aan de verdachte van een Samsung en een Xiaomi Redmi telefoon (goednummers: [beslagnummer02] , [beslagnummer03] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Vogtschmidt, voorzitter,
en mrs. J.L. Luiten en L.R. Bhalla, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.G. Polke en J.M. Grubben, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De tweede griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 26 oktober 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2.973 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 26 oktober 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 40.055 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 26 oktober 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, (van) een geldbedrag ter hoogte van € 65.500,- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat voornoemd geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
4.
hij op of omstreeks 26 oktober 2022 te Rotterdam, al dan niet opzettelijk, zonder registratie een hoeveelheid van 10.022 gram ketamine, althans een hoeveelheid ketamine, in elk geval een werkzame stof, in voorraad heeft gehad.