ECLI:NL:RBROT:2023:693

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
10/259293-22 en 10/306342-22 (ttz gev.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak en het verbreken van een verzegeling door de burgemeester van Rotterdam

Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van woninginbraak en het opzettelijk verbreken van een verzegeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 weken, waarvan 24 weken voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De verdachte had op 11 juli 2022 ingebroken in een woning in [plaats01] en verschillende waardevolle goederen, waaronder een Macbook Pro en sieraden, gestolen. Daarnaast heeft hij op 24 november 2022 een verzegeling van de burgemeester van Rotterdam verbroken door een sticker van de voordeur van een verzegeld pand te verwijderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in een woning en het opzettelijk verbreken van een verzegeling, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de noodzaak voor behandeling en begeleiding. De verdachte heeft een verleden van delictgedrag en middelengebruik, maar er zijn ook beschermende factoren in zijn leven die de kans op recidive kunnen verminderen. De rechtbank heeft besloten om een groot deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met als doel de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/259293-22 en 10/306342-22 (ttz gev.)
Datum uitspraak: 17 januari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01], [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. T. Sandrk, advocaat te Rotterdam, ter terechtzitting waargenomen door kantoorgenoot mr. G. Vermaak.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 januari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. X.C. van Balen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden (meldplicht reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan controle middelengebruik).

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van feit 2 dient te worden vrijgesproken. De verdediging heeft daartoe betoogd dat uit het dossier onvoldoende kan blijken dat de door de verdachte verwijderde sticker de verzegelende sticker was. Een en ander leidt ertoe dat er geen bewezenverklaring kan volgen.
4.2.2.
Beoordeling
Om tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit te komen moet vast komen te staan dat de verdachte opzettelijk een zegel, waarmee een voorwerp door of vanwege het bevoegd openbaar gezag is verzegeld, heeft verbroken, opgeheven, beschadigd of op enige andere wijze heeft verijdeld. In de wet is het bestanddeel zegel niet nader omschreven en evenmin is bepaald op welke wijze een verzegeling feitelijk dient plaats te vinden, alvorens de verbreking strafbaar is.
Uit het dossier volgt dat er op 24 november 2022 van gemeentewege zegels waren geplaatst op de voordeur van het pand aan de [adres02] te [plaats01] , onder meer bestaande uit een sticker met de tekst ‘dit pand is gesloten door de burgemeester van de gemeente Rotterdam. Het is verboden dit pand te betreden’. De verdachte heeft deze sticker in de nacht van 24 november 2022 van de deur van het voornoemde pand verwijderd. Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk de door het openbaar gezag aangebrachte verzegeling op het pand heeft verbroken.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
(parketnummer 10/259293-22)
1.
hij op 11 juli 2022 te [plaats01] ,
in een woning, gelegen aan de [adres03] , alwaar hij, verdachte,
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een Macbook Pro (merk Apple), een IPad Air (merk Apple), een laptop (merk
Lenovo), een laptop-oplader (merk Lenovo), een IPad-oplader (merk Apple),
oorbellen, een ketting,
die aan [naam01] toebehoorden
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak.
(parketnummer 10/306342-22)
2.
hij op 24 november 2022 te [plaats01]
opzettelijk
een zegel, waarmede een voorwerp, te weten de voordeur van een pand, door of
vanwege het bevoegd openbaar gezag, te weten de Burgemeester van Rotterdam
, verzegeld was
heeft verbroken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid
2.
opzettelijk zegels waarmee voorwerpen door of vanwege het bevoegd openbaar gezag verzegeld zijn, verbreken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak waarbij hij uit de woning van een studente een aantal gegevensdragers en sieraden heeft weggenomen.
Een dergelijke inbraak veroorzaakt bij slachtoffers veel overlast en financiële schade maar daarnaast ook gevoelens van angst of onveiligheid. Het is voor slachtoffers naar te beseffen dat een vreemde, buiten hun wil, in hun woning en daarmee in hun privédomein is geweest. De verdachte heeft zich daar kennelijk niet om bekommerd en heeft slechts gehandeld uit eigenbelang. De rechtbank neemt dat de verdachte zeer kwalijk.
Daarnaast heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het verbreken van een door het bevoegd gezag aangebrachte verzegeling op een pand.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte meermalen is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Stichting Verslavingsreclassering GGZ (Antes), heeft op 16 januari 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt. Hierin wordt – gelet op het delictverleden van de verdachte – onder meer een samenhang geconstateerd tussen het middelengebruik en het psychosociaal functioneren van de verdachte. Er is bij de verdachte sprake van ADHD en PTSS welke veroorzaakt zouden zijn door gebeurtenissen en ervaringen uit zijn jeugd en jong volwassenheid. De verdachte heeft gedurende enige tijd verbleven in de krakers-scene waar hij dagelijks drugs gebruikte en panden kraakte. Het middelengebruik en psychosociaal functioneren van de verdachte is delictgerelateerd. De verdachte zegt onder invloed te zijn geweest van speed ten tijde van de verdenking van de woninginbraak en heeft de noodzaak voor behandeling en therapie benoemd. Deze noodzaak wordt onderschreven door Antes. Het sociale netwerk (krakers-scene) en de financiële situatie van de verdachte (schuldenproblematiek) zijn eveneens factoren die kunnen hebben bijgedragen aan het delictgedrag. Beschermende factoren in het leven van de verdachte zijn de begeleide woonvorm (bij Stichting De Ontmoeting) en de relatie met zijn familie en partner. Deze factoren bieden de verdachte de stabiliteit die noodzakelijk wordt geacht om het risico op
recidive te beperken. Antes adviseert om aan de verdachte bij een veroordeling een
(deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling bij de Waag (met een mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname), ambulante (woon)begeleiding door Stichting de Ontmoeting,
en meewerken aan schuldhulpverlening en aan middelencontrole.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten – waarbij het zwaartepunt ligt op de woninginbraak - kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en op de omstandigheid dat de verdachte al vaker is veroordeeld voor (vergelijkbare) vermogensdelicten.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten en heeft daarbij onder meer verwezen naar het roerige verleden van de verdachte waarin hij gedurende een periode dakloos is geweest, met de verkeerde mensen in aanraking is gekomen en stevig verdovende middelen is gaan gebruiken. De verdediging heeft erop gewezen dat er in 2018 een verandering in het leven van de verdachte heeft plaatsgevonden waarna hij het roer heeft omgegooid en over een eigen woning is gaan beschikken. Bij een veroordeling tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die langer duurt dan het reeds ondergane voorarrest staat de woning van de verdachte op het spel. De verdachte is gemotiveerd om therapie te volgen en aan alle andere voorgestelde bijzondere voorwaarden mee te werken.
De rechtbank ziet - gelet op het hiervoor genoemde rapport van Antes – dat de geadviseerde ambulante behandeling bij De Waag alsmede de andere voorgestelde bijzondere voorwaarden noodzakelijk zijn om te bewerkstelligen dat de verdachte de positieve wending in zijn leven kan voortzetten. Om die reden zal de rechtbank een groot deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 199 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) weken;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, te weten
24 (vierentwintig) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Fivoor Reclassering (onderdeel van Stichting Verslavingsreclassering GGZ) op het adres Marconistraat 2 te Rotterdam, zolang en zo vaak als die reclasseringsinstelling dit noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich – indien dat tijdens de proeftijd noodzakelijk is – voor zijn problematiek onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke door de reclassering te bepalen zorgverlener. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Indien daartoe aanleiding is bij een terugval in middelengebruik of een verslechtering van het psychiatrisch ziektebeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie of stabilisatie. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, nadat dit door de rechter is bevolen, de veroordeelde zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt 7 weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt;
3. de veroordeelde zal gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering dit nodig vindt, verblijven in de begeleide woonvorm van Stichting de Ontmoeting of een andere instelling voor beschermd wonen/maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde zal zich houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. de veroordeelde zal gedurende de proeftijd meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dat inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
5. de veroordeelde zal gedurende de proeftijd meewerken aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. Daartoe zal de veroordeelde meewerken aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) op door de reclassering te bepalen momenten;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
mr. L. Amperse en mr. F.J.E. van Rossum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
(parketnummer 10/259293-22)
1.
hij op of omstreeks 11 juli 2022 te [plaats01] ,
in een woning, gelegen aan de [adres03] , alwaar hij, verdachte,
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een Macbook Pro (merk Apple), een IPad Air (merk Apple), een laptop (merk
Lenovo), een laptop-oplader (merk Lenovo), een IPad-oplader (merk Apple),
oorbellen, een ketting, een paspoort en/of een rijbewijs, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [naam01] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
(parketnummer 10/306342-22)
2.
hij op of omstreeks 24 november 2022 te [plaats01]
opzettelijk
een zegel, waarmede een voorwerp, te weten de voordeur van een pand, door of
vanwege het bevoegd openbaar gezag, te weten de Burgemeester van Rotterdam
en/of de Eenheid Rotterdam (Forensische Opsporing), verzegeld was
heeft verbroken, opgeheven, beschadigd en/of de door zodanig zegel bewerkte
afsluiting op andere wijze heeft verijdeld.