ECLI:NL:RBROT:2023:6914

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
10-021060-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van een gebruiksklaar vuurwapen en vervoer van MDMA-tabletten

Op 24 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 20 januari 2023 in Hoogvliet Rotterdam een vuurwapen en munitie voorhanden had en daarnaast ongeveer 19,6 gram MDMA-tabletten vervoerde. De verdachte, geboren in 1994 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd bijgestaan door raadsman mr. W.B.M. Bos. De officier van justitie, mr. W.A.J.A. Welten, eiste een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en deelname aan gedragsinterventies. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de combinatie van het bezit van een vuurwapen en de hoeveelheid MDMA als bijzonder verontrustend werd beschouwd. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van negen maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte moet zich houden aan verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder deelname aan reclasseringstoezicht en gedragsinterventies. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de noodzaak van begeleiding om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-021060-23
Datum uitspraak: 24 april 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1994,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] te ( [postcode01] ) [woonplaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting [naam PI01] ,
raadsman mr. W.B.M. Bos, advocaat te Oud-Beijerland.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 april 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.A.J.A. Welten heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, met uitzondering van het onder 1 ten laste gelegde ‘medeplegen’;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, deelnemen aan de gedragsinterventies cognitieve vaardigheden en middelengebruik, meewerken aan schuldhulpverlening en aan middelencontrole.

4.Waardering van het bewijs

In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 20 januari 2023 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en
munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º van die wet in de vorm van
een revolver van het merk Bbm, model Olympic 38, kaliber .22lr
en (daarbij) voor dat wapen geschikte munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op
artikel 2, lid 2 van Categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten 8 kogelpatronen kaliber .22lr voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 20 januari 2023 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
opzettelijk heeft vervoerd,
ongeveer 19,6 gram (51 tabletten) van een materiaal
bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I van die wet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Eendaadse samenloop van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
2.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet, gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft op de openbare weg een vuurwapen met bijbehorende munitie voorhanden gehad. Hij heeft dit vuurwapen meegenomen in de auto. Dit vuurwapen was geladen met acht kogelpatronen en was voor onmiddellijk gebruik gereed. De verdachte droeg dit vuurwapen tussen zijn broeksband en had dit vuurwapen dus ook binnen handbereik. Het ongecontroleerde bezit van een geladen vuurwapen brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee, omdat het bezit van een vuurwapen kan leiden tot het gebruik ervan met alle gevolgen van dien. Dit geldt temeer indien dit op de openbare weg plaatsvindt. Dit is bijzonder gevaarzettend en daartegen moet om die reden streng worden opgetreden.
Daarnaast vervoerde de verdachte ruim vijftig MDMA-tabletten, een aantal dat als handelshoeveelheid aangemerkt kan worden. De verdachte heeft weliswaar verklaard dat het ging om pillen voor eigen gebruik maar op basis van die enkele verklaring vindt de rechtbank dat niet aannemelijk. Het is algemeen bekend dat drugs slecht zijn voor de volksgezondheid. Verder leidt de aanwezigheid van drugs in de maatschappij, direct en indirect, tot vele andere vormen van criminaliteit, waaronder ernstige geweldscriminaliteit. De verdachte heeft door het vervoer van deze drugs hieraan een bijdrage geleverd. De rechtbank vindt met name de combinatie van de hoeveelheid drugs en het bezit van een geladen vuurwapen uitermate verontrustend.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
31 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportage
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Fivoor heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 11 april 2023. Dit rapport houdt – voor zover hier van belang – het volgende in.
Als (mogelijke) delictgerelateerde factoren ziet Fivoor financiën, sociaal netwerk, middelengebruik, psychosociaal functioneren en houding. De verdachte heeft schulden die hem bezighielden en die ophoopten zonder dat de verdachte er adequaat mee aan de slag ging. Een deel van zijn sociale netwerk was gescheiden van dat van zijn familie. De verdachte gebruikte in dit netwerk middelen en faciliteerde vrienden in hun gebruik.
Fivoor ziet als beschermende factoren huisvesting, dagbesteding, de relatie met zijn partner, gezin en familie, het psychosociaal functioneren en de houding. De verdachte heeft huisvesting bij zijn ouders. Zijn partner, ouders en overige familie zijn ondersteunend; de verdachte wil er zijn voor zijn zieke vader en voor zijn kinderen. Hij is zelfredzaam en heeft werk dat hij graag doet en dat goede vooruitzichten kent. De verdachte is gevoelig voor justitiële druk, reden voor hem om mee te werken met de reclassering. Naar inschatting kan hij op grond van groeiend inzicht door interventies meer intrinsieke motivatie ontwikkelen.
De verdachte is bereid mee te werken aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in de regel in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten.
Met de reclassering en de officier van justitie acht de rechtbank begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk. Daarom zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk worden opgelegd, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte te ondersteunen in zijn voornemen om aan zichzelf te werken en hem ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal niet de verdediging volgen in haar verzoek om de maximale taakstraf op te leggen in de plaats van een onvoorwaardelijk gedeelte van de gevangenisstraf, omdat dit onvoldoende recht zou doen aan de ernst van de door de verdachte gepleegde feiten.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde meldt zich na uitnodiging bij Antes Reclassering, op het adres [adres02] , [postcode02] [plaats01] , telefoonnummer [nummer01] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Binnen dit toezicht werkt de veroordeelde aan bewustwording van de levensstijl en middelenproblematiek. Hiertoe volgt de veroordeelde de begeleidingsmodule Stap voor Stap;
2. de veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie COVA of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
3. de veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie Leefstijl of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
4. de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
5. de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. van Althuis, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en F. van Buchem, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 20 januari 2023 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en
munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van
een revolver van het merk Bbm, model Olympic 38, kaliber .22lr
en/of
(daarbij) voor wapen geschikte munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op
artikel 2, lid 2 van Categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten 8 kogelpatronen kaliber .22lr
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 20 januari 2023 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
opzettelijk
heeft vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 19,6 gram (51 tabletten), in elk geval een hoeveelheid of hoeveelheden van
een materiaal
bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.