Op 19 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft gevraagd op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoeker, die sinds 10 maart 2023 onder beschermingsbewind staat, had op 8 maart 2023 een verzoekschrift ingediend om de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis van 26 januari 2023 op te schorten. Tijdens de zitting op 12 april 2023 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de schuldhulpverlener en de beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zijn huur voor de maanden maart en april 2023 tijdig heeft voldaan en dat zijn inkomen voldoende is om de huur te dekken. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bedreigende situatie, waardoor de voorlopige voorziening werd toegewezen. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat verzoeker zijn huurbetalingen tijdig blijft voldoen. Tevens werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kreeg hij de mogelijkheid om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen.