Op 17 mei 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam de zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01], behandeld. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige apart is gehoord. De moeder van [voornaam minderjarige01] was niet aanwezig. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, Stichting William Schrikker Jeugdbescherming, waren vertegenwoordigd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] sinds 6 december 2022 verblijft in een milieuvoorziening van Pluryn, genaamd De Beele, en dat zij daar een positieve ontwikkeling doormaakt, ondanks enkele problemen zoals stelen.
De Raad heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 30 november 2023. De GI heeft het verzoek ondersteund en aangegeven dat [voornaam minderjarige01] vooruitgang boekt, maar dat er nog zorgen zijn over haar gedrag. De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige01].
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 30 november 2023 en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, en op schrift gesteld op 1 juni 2023.