Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich niet schuldig zal maken aan nieuwe strafbare feiten.
4.Bewijsoverweging feit 1 primair en feit 2
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
€ 3.897,91 (zegge: drieduizendachthonderdzevenennegentig euro en eenennegentig eurocent), bestaande uit € 897,91 aan materiële schade en € 3.000,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 3.897,91(hoofdsom,
zegge: drieduizendachthonderdzevenennegentig euro en eenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
48 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;