Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 28 juli 2023 een regelingsvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser01] en [gedaagde01]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 4 mei 2023. De gemachtigde van eiser heeft op 27 juni en 18 juli 2023 gecommuniceerd dat partijen zelf tot een oplossing zijn gekomen en verzocht om deze afspraken vast te leggen in een vonnis. De afspraken zijn opgenomen in een bijlage die aan het vonnis is gehecht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de instemming van gedaagde met de gemaakte afspraken blijkt uit een e-mail van zijn gemachtigde van 23 juni 2023. De rechter heeft partijen veroordeeld om de afspraken na te komen. Tevens is besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat inhoudt dat beide partijen hun eigen kosten dragen, conform artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zoals bepaald in artikel 233 Rv.
De beslissing van de kantonrechter omvat de veroordeling van partijen om de afspraken na te komen, de bepaling dat zij elk hun eigen proceskosten betalen, en de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar is bij voorraad. Alle overige vorderingen zijn afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.J.M. van Breevoort.