Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte dat
wist(daaronder begrepen de bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans) en daarmee opzettelijk het lichaam van de aangeefster is binnengedrongen terwijl zij sliep. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen, bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 89 (negenentachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 dagen;
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 5000,00(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;