Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[persoon01],
[persoon02],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering ex artikel 843a Rv, met producties 1 tot en met 32;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- het vonnis in het incident van 12 april 2023;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
- de incidentele vordering ex artikel 611a Rv, met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.De feiten, voor zover van belang in dit incident
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
kunnenvoldoen aan deze veroordeling. [bedrijf01] c.s. hebben na hun incidentele conclusie in dit incident al meer dan vier weken extra de tijd gehad om alsnog aan de veroordeling in het incidentvonnis van 12 april 2023 te voldoen. Daarom ziet de rechtbank geen reden voor nog een extra termijn van vier weken. De vordering zal nu worden versterkt met een – per dag hoofdelijk (zodat indien en voor zover de een betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd) te verbeuren – dwangsom. De hoogte daarvan zal worden bepaald op het hierna in 6.1 onder de beslissing vermelde bedrag. In totaal zal aan dwangsommen geen hoger bedrag worden verbeurd dan het daar genoemde maximum.