In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht. De moeder van de kinderen, die alleenstaand is en de zorg heeft voor vijf jonge kinderen, verzet zich tegen het verzoek van de Raad. De Raad stelt dat er sprake is van een overbelast gezinssysteem en dat de kinderen onvoldoende ondersteuning krijgen in hun ontwikkeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2023 zijn de kinderen en de moeder gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.
De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs is voor een ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen. De rapportages van de Raad bevatten geen informatie van informanten en de zorgen die zijn geuit, zijn niet voldoende onderbouwd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder een liefdevolle en betrokken ouder is, die openstaat voor hulpverlening. De betrokken wijkteams hebben geen zorgen over de opvoedingssituatie en de kinderen ontwikkelen zich naar behoren. De kinderrechter benadrukt het belang van onbelast contact tussen de kinderen en beide ouders en moedigt de moeder aan om hulp te blijven zoeken indien nodig.
De beslissing van de kinderrechter houdt in dat de verzoeken van de Raad worden afgewezen en dat de moeder wordt aangemoedigd om contact met haar netwerk en het wijkteam te onderhouden voor ondersteuning. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.