Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Beschikking
[minderjarige01] ,
[moeder01] ,
[oma01] ,
Het procesverloop
- de oma;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 juni 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01] te verlengen. De minderjarige, geboren in 2013, woont bij haar oma, die sinds 17 mei 2023 met de voogdij is belast. De moeder van [voornaam minderjarige01] heeft geen gezag meer en er zijn zorgen over de verstoorde verstandhouding tussen de moeder en de oma, evenals het gebrek aan contact tussen de moeder en de minderjarige. De GI heeft aangegeven dat het goed gaat met [voornaam minderjarige01] en dat zij zich positief ontwikkelt op school, maar dat de omgang tussen de moeder en de minderjarige niet op gang is gekomen. De oma is tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de moeder deze steunt uit angst om [voornaam minderjarige01] niet meer te zien. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de huidige situatie en de positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige01], een verlenging van de ondertoezichtstelling niet meer op zijn plaats is. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI afgewezen en benadrukt dat het nu aan de moeder en de oma is om samen te werken aan het herstel van het contact tussen de moeder en de minderjarige.