ECLI:NL:RBROT:2023:6650

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10/322693-22; 10/295455-22; 10/318289-22; 10/089260-23; 10/099537-23 (ttz gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de proeftijd met 365 dagen na meerdere winkeldiefstallen en bedreiging met geweld

Op 9 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen en een bedreiging met geweld. De verdachte, geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], was preventief gedetineerd en had een advocaat, mr. C.J.M. Jansen, uit Tilburg. De rechtbank heeft de verdachte in totaal veroordeeld voor feiten onder vijf verschillende parketnummers, waarbij de meest ernstige feiten betrekking hebben op een diefstal met bedreiging op 9 december 2022 bij de PLUS in Rotterdam. De verdachte heeft tijdens de zitting op 26 mei 2023 bekend dat hij de diefstallen heeft gepleegd, maar ontkende de bedreiging met geweld. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte voor een aantal feiten niet wettig en overtuigend schuldig was, en heeft hem vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en diverse bijzondere voorwaarden gericht op behandeling van zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de recidive en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslaving aan cocaïne en zijn bereidheid om aan zijn problemen te werken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/322693-22; 10/295455-22; 10/318289-22; 10/089260-23; 10/099537-23 (ttz gevoegd)
Datum uitspraak: 9 juni 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01],
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. C.J.M. Jansen, advocaat te Tilburg.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 mei 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Samengevat komen de verdenkingen onder de vijf parketnummers erop neer dat de verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan een inbraak in een bedrijfspand, tien winkeldiefstallen, een winkeldiefstal met (bedreiging met) geweld en een belediging van een ambtenaar.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. van der Meij heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder de parketnummers 10/322693-22, 10/295455-22, 10/318289-22, 10/089260-23, 10/099537-23;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het rapport van de reclassering van 3 maart 2023.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De verdachte heeft het ten laste gelegde onder 2 en 3 van parketnummer 10/322693-22, onder 5 en 7 van parketnummer 10/295455-22 en onder de parketnummers 10/318289-22, 10/089260-23 en 10/099537-23 bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Vrijspraak feiten 2, 3 en 6 van parketnummer 10/295455-22
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
Feit 2: diefstal 17 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam01]
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd, gelet op de aangifte, het proces-verbaal van het uitkijken van de camerabeelden en het verhoor van de verdachte waaruit blijkt dat de verhorende verbalisant de verdachte heeft herkend als zijnde de persoon die op de camerabeelden zichtbaar is.
Feit 3: diefstal 18 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam02]
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd, gelet op de aangifte en het proces-verbaal van het uitkijken van de camerabeelden. Daarnaast wordt de verdachte door de medewerker van de Albert Heijn op de camerabeelden herkend als zijnde dezelfde persoon die de diefstal op 9 oktober 2022 bij dezelfde Albert Heijn heeft gepleegd.
Feit 6: diefstal 7 november 2022 Kruidvat [straatnaam03]
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd, gelet op de aangifte en de processen-verbaal van verbalisanten [verbalisant01] en [verbalisant02] waaruit blijkt dat beide verbalisanten gelijkenissen zien tussen de verdachte en de persoon die op de camerabeelden zichtbaar is.
4.2.2.
Beoordeling
Feit 2: diefstal 17 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam01]
Het proces-verbaal van het uitkijken van de camerabeelden geeft een beschrijving van die beelden. De verdachte wordt in dit proces-verbaal niet herkend als de persoon die op de beelden te zien is. Het enkele feit dat de verbalisant tijdens het verhoor van de verdachte zegt hem op deze beelden te herkennen, maakt dit niet anders. Een deugdelijk proces-verbaal van herkenning ontbreekt en de rechtbank kan op basis van de foto’s van de camerabeelden ook niet vaststellen dat de verdachte op deze beelden te zien is. De verdachte ontkent dat hij deze persoon op de beelden is. Op basis van het dossier kan dan ook niet worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die de diefstal heeft gepleegd.
Feit 3: diefstal 18 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam02]
Ook voor dit feit geldt dat op basis van het dossier niet is vast te stellen dat het de verdachte is geweest die de diefstal heeft gepleegd. De verdachte ontkent dat hij de persoon op de camerabeelden is. Het proces-verbaal van het uitkijken van de camerabeelden geeft alleen een omschrijving van wat de persoon op de beelden doet, terwijl de verdachte nergens in het proces-verbaal wordt herkend als zijnde die persoon. Ook is er geen afzonderlijk proces-verbaal van herkenning opgesteld. Enkel de opmerking van de medewerker van de Albert Heijn dat het om dezelfde persoon zou gaan als diegene die de diefstal op 9 oktober 2022 heeft gepleegd, acht de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring van dit feit te komen.
Feit 6: diefstal 7 november 2022 Kruidvat [straatnaam03]
De verdachte ontkent dat hij de persoon is die op de camerabeelden te zien is en een diefstal pleegt. Door verbalisanten [verbalisant01] en [verbalisant02] worden overeenkomsten gezien tussen het signalement van de verdachte op beelden bij andere diefstallen – zoals de pet, schoenen en het postuur – en de persoon op de camerabeelden bij deze diefstal. Deze vergelijkingen zijn echter onvoldoende om vast te kunnen stellen dat de verdachte de persoon is die op de camerabeelden is gezien en degene is geweest die de diefstal heeft gepleegd.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 2, 3 en 6 ten laste gelegde van parketnummer 10/295455-22 is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Bewijswaardering
4.3.1.
Standpunt verdediging
Feit 1 van 10/322693-22: diefstal met bedreiging met geweld 9 december 2022
De verdachte bekent de diefstal, maar er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat hij zich hierbij heeft bediend van bedreiging met geweld. De verdachte had namelijk niet het oogmerk om zijn aanhouding onmogelijk te maken door de manager van de PLUS te bedreigen. De verdachte heeft verklaard dat hij werd achtervolgd door medewerkers van de PLUS en dat hij werd vastgepakt en agressief werd omdat hij niet wilde worden vastgepakt en dacht dat een medewerker van een winkel dit ook niet mocht. Hij is zich er niet van bewust van geweest dat hij iets met ‘steken’ heeft gezegd.
Feit 1 van 10/295455-22: diefstal 9 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam02]
Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. De verdachte ontkent dat hij de diefstal heeft gepleegd. Het proces-verbaal waarin de camerabeelden zijn beschreven bevat geen harde herkenning van de verdachte. De verbalisanten spreken over een sterk vermoeden dat de persoon op de beelden de verdachte geweest zou kunnen zijn. Dit is onvoldoende om van een voor het bewijs bruikbare herkenning te kunnen spreken. Daar komt bij dat de foto’s van de camerabeelden van onvoldoende kwaliteit zijn. Er kan dus niet worden vastgesteld dat de verdachte de persoon op de camerabeelden is.
Feit 4 van 10/295455-22: diefstal 30 oktober 2022 Kruidvat [straatnaam03]
Ook voor dit feit is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. De verdachte ontkent dat hij de diefstal heeft gepleegd. Weliswaar signaleert de verbalisant enkele overeenkomsten zoals de pet, schoenen en postuur, maar dat is onvoldoende voor een herkenning. Daar komt bij dat de foto’s van de camerabeelden van onvoldoende kwaliteit zijn en dat de wegnemingshandeling niet goed zichtbaar is. Zodoende kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de persoon op de beelden is.
4.3.2.
Beoordeling
Feit 1 van 10/322693-22: diefstal met bedreiging met geweld 9 december 2022
De rechtbank acht de diefstal met bedreiging met geweld wettig en overtuigend bewezen op basis van de aangifte, de getuigenverklaring van [naam01] en de verklaring van de verdachte. De verdachte heeft verklaard dat hij, nadat hij de goederen had weggenomen, zich in het nauw gedreven voelde, weg wilde en agressief gedrag vertoonde. Daarbij heeft de verdachte de bedreigende woorden geuit: “degene die mij aanraakt steek ik neer”. Deze gedragingen van de verdachte waren, in ieder geval naar de uiterlijke verschijningsvorm, erop gericht om niet te worden aangehouden en daarmee de vlucht mogelijk te maken. Van voldoende onderbouwde aanwijzingen van het tegendeel is de rechtbank niet gebleken.
Feit 1 van 10/295455-22: diefstal 9 oktober 2022 Albert Heijn [straatnaam02]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte deze diefstal heeft gepleegd. Door verbalisant [verbalisant03] is een foto van de persoon die de winkeldiefstal heeft gepleegd gedeeld met collega’s met de vraag of iemand deze persoon herkende.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de foto die is gedeeld geschikt is voor een herkenning. De kwaliteit van de foto is goed en er is voldoende van het gezicht van de betreffende persoon te zien om tot een herkenning te komen. Uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant03] blijkt dat de politiemedewerker [naam02] de persoon op deze foto heeft herkend als de verdachte. Ook de verbalisant die de verdachte op 14 november 2022 heeft verhoord herkent de verdachte op deze foto. Op zichzelf zijn dit geen toetsbare herkenningen, nu uit het proces-verbaal van [verbalisant03] , noch uit het proces-verbaal van verhoor duidelijk blijkt op basis van welke persoonskenmerken de verdachte door de verbalisanten werd herkend.
Deze herkenningen vinden echter voldoende steun in het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant02] . Hij heeft aan de hand van diverse persoonskenmerken de persoon op de foto vergeleken met de politiefoto van de verdachte na zijn aanhouding. De verbalisant heeft daarbij het sterke vermoeden dat de verdachte de persoon is die op de foto is te zien. Op basis van het voorgaande, in samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat de verdachte de persoon op de foto is en dus dat hij de diefstal heeft gepleegd.
Feit 4 van 10/295455-22: diefstal 30 oktober 2022 Kruidvat [straatnaam03]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte deze diefstal heeft gepleegd. De diefstal is vastgelegd op camera. Uit het proces-verbaal van het uitkijken van de camerabeelden blijkt dat de persoon op de beelden tot tweemaal toe goederen uit de schappen pakt en iets in zijn zakken stopt, waarna deze persoon naar de uitgang van de winkel loopt en de winkel verlaat zonder iets ter betaling aan te bieden. Uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant02] blijkt dat er overeenkomsten zijn tussen de persoon op de camerabeelden en de verdachte. De verdachte heeft na het zien van de camerabeelden verklaard dat daarop te zien is dat hij in de winkel aan de telefoon is en dat hij nog weet dat hij zijn nichtje aan de lijn had. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte de persoon op de camerabeelden is en dus dat hij de diefstal heeft gepleegd.
4.3.3.
Conclusie
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 van parketnummer 10/322693-22 en het onder 1 en 4 van parketnummer 10/295455-22 heeft begaan.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten onder 1 van parketnummer 10/322693-22 en het onder 1 en 4 van parketnummer 10/295455-22 heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten onder 2 en 3 van parketnummer 10/322693-22, het onder 5 en 7 van parketnummer 10/295455-22 en het ten laste gelegde onder parketnummers 10/31828922, 10/089260-23 en 10/099537-23 heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/322693-22
1
hij, op 9 december 2022 te Rotterdam,
verzorgingsproducten en wasmiddel
die geheel aan de PLUS ( [adres02])toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
gevolgd van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] ,
gepleegd met het oogmerkom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door aan die
[slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen "Degene die mij
aanraakt steek ik neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij, op 9 december 2022 te Rotterdam,
verzorgingsproducten en snoep en chocolade en een
vruchtensap die geheel aan de Albert Heijn
( [adres03] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij, op 9 december 2022 te Rotterdam,
opzettelijk een ambtenaar, te weten [ambtenaar01] (werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd,
door hem de woorden toe te voegen: “Je bent een kanker Mongool , je
bent een racist , je bent een kankerlijer , , althans woorden van
gelijke beledigende aard of strekking;
Parketnummer 10/295455-22
1
hij op 9 oktober 2022 te Rotterdam,
verpakkingen Ben&Jerrys ijs die geheel aan de Albert Heijn (gelegen aan het [straatnaam02] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op 30 oktober 2022 te Rotterdam,
verpakkingen Melatonine die geheel aan de Kruidvat (gelegen aan het [straatnaam03] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op 3 november 2022 te Rotterdam,
verpakkingen Dove douchegel-flaconsdie
geheel aan de Kruidvat (gelegen aan het [straatnaam04] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7
hij op 12 november 2022 te Rotterdam,
een koffer en verpakkingen gereedschapsartikelen, die geheel aan de Action (gelegen aan de [straatnaam05] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/318289-22
hij op 18 september 2022 te Rotterdam
een kassa met daarin enig geldbedrag
die geheel aan [naam03] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak;
Parketnummer 10/089260-23
hij op 2 april 2023 te Rotterdam,
levensmiddelen (waaronder garnalen, een appelflap, een donut,
Red Bull, garnalen en zalmhaasjes) en een diepvriestas
die geheel aan Albert Heijn (gelegen aan de [adres03] )toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/099537-23
hij, op o 3 april 2023 te Rotterdam,
een fles sinaasappelsap en pakken zalmfilet en biefstuk,
bavette en een vleesproduct en diepvriesgarnalen
die geheel aan de Albert Heijn ( [adres03] te Rotterdam)toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/322693-22
1. diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;

2..diefstal;

3. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Parketnummer 10/295455-22

1..diefstal;

4. diefstal;

5. diefstal;

7. diefstal.

Parketnummer 10/318289-22
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Parketnummer 10/089260-23
diefstal.
Parketnummer 10/099537-23
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een inbraak in een winkel en acht winkeldiefstallen. Bij één van de winkeldiefstallen heeft de verdachte een personeelslid van die winkel bedreigd, nadat hij op heterdaad was betrapt en vervolgens probeerde te ontkomen. Daarnaast heeft de verdachte een politieagent beledigd door hem uit te schelden nadat hij was aangehouden voor een winkeldiefstal.
Bij de inbraak heeft de verdachte ‘s nachts de glazen deur van een winkel vernield en vervolgens de kassa met daarin een geldbedrag gestolen. Bij de winkeldiefstallen heeft de verdachte zich telkens gericht op duurdere spullen, zoals verzorgingsproducten, wasmiddelen en gereedschap. De verdachte heeft de gestolen spullen naar eigen zeggen direct doorverkocht en met de opbrengst drugs gekocht om in zijn drugsverslaving te kunnen voorzien.
Inbraak en winkeldiefstal zijn ergerlijke feiten die veel overlast, financiële schade en extra werk veroorzaken bij de betrokken winkeliers. Met zijn handelen heeft de verdachte getoond geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander en voor de politie, maar zich alleen te laten leiden door zijn eigen behoeften, zonder oog te hebben voor de schade en overlast die hij hiermee veroorzaakte.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie (het strafblad) van 2 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in november 2022 onherroepelijk is veroordeeld voor meerdere winkeldiefstallen, waarbij aan hem een taakstraf van 20 uur is opgelegd. Dit betekent dat er voor de winkeldiefstallen die hierna zijn gepleegd sprake is van recidive. De rechtbank weegt dit in het nadeel van de verdachte mee.
7.3.2.
Rapportages
GGZ Antes Advies (hierna: de reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 maart 2023. De reclassering ziet de leefgebieden financiën en middelengebruik als direct delictgerelateerde factoren. De verdachte ontvangt een uitkering en heeft weinig zicht op zijn inkomsten en uitgaven. De verdachte kampt met een jarenlange en hardnekkige verslaving aan cocaïne. Volgens de reclassering is de verdachte gemotiveerd om af te kicken, maar lukt hem dit niet zelfstandig en is een behandeling daarom noodzakelijk. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. Bij een veroordeling adviseert de reclassering om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, deelname aan een gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik, ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), meewerken aan middelencontrole, begeleiding gericht op financiën en een inspanningsverplichting voor dagbesteding.
7.3.3.
Overige persoonlijke omstandigheden
Op de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij veel spijt heeft van zijn daden en dat hij graag schoon schip wil maken. Hij heeft – mede door het overlijden van zijn vader – een moeilijke tijd gehad en heeft in die tijd naar de drank en drugs gegrepen. Vóór hij werd aangehouden was hij zelf al bezig met het regelen van een behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. Hier ging echter de nodige tijd overheen en in die tijd is de verdachte teruggevallen in drugsgebruik. De verdachte heeft geen verdovende middelen meer gebruikt sinds hij gedetineerd is en wil, als hij vrijkomt, graag alsnog met zijn verslavingsproblematiek aan de slag gaan. Hij beschikt nog steeds over een eigen woning en hoopt deze te kunnen behouden. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij bereid is aan alle bijzondere voorwaarden mee te werken.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de hoeveelheid feiten, de ernst daarvan en het gegeven dat er – ten aanzien van een aantal feiten – sprake is van recidive, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank zal aan de verdachte een gevangenisstraf van zes maanden opleggen, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.
De verdachte heeft tot aan vandaag 84 dagen in voorarrest gezeten. Dit gedeelte zal van de gevangenisstraf worden afgetrokken. Dit betekent dat de verdachte op korte termijn vrijkomt. Nu de verdachte inzicht heeft getoond in zijn handelen en in zijn verslavingsproblematiek, vindt de rechtbank het zowel in zijn belang als dat van de maatschappij dat hij zo snel mogelijk wordt behandeld. De verdachte was, vlak voordat hij de fout in ging, bezig met het regelen van een behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. Hij krijgt de kans om deze behandeling alsnog snel te beginnen. De rechtbank weegt ook mee dat de verdachte op dit moment nog over een eigen woning beschikt, wat voor hem een belangrijke steunpilaar is. Langdurige detentie zou kunnen leiden tot het verlies van deze woning, wat vervolgens weer tot een (verdere) verslechtering van de problematiek van de verdachte zou kunnen leiden. Dit vindt de rechtbank niet wenselijk.
Omdat de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, wordt een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd, met de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank wijkt voor de duur van dit voorwaardelijke deel af van de eis van de officier van justitie. In de eerste plaats omdat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van een aantal feiten. Daarnaast vindt de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden onder de hiervoor genoemde omstandigheden een voldoende stok achter de deur voor de verdachte.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 266, 267, 310, 311, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 2, 3 en 6 ten laste gelegde feiten van parketnummer 10/295455-22 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 van parketnummer 10/322693-22, de onder 1, 4, 5 en 7 van parketnummer 10/295455-22 en de onder parketnummers 10/31828922, 10/089260-23 en 10/099537-23 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
drie (3) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Fivoor Reclassering op het adres Marconistraat 2 te Rotterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde zal actief deelnemen aan de gedragsinterventie Leefstijl 24/7 of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
de veroordeelde zal diagnostisch onderzoek laten verrichten en zal zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde
houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
de veroordeelde zal meewerken aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
de veroordeelde zal zich laten ondersteunen op het gebied van financiën door de Materieel Juridische Dienstverlening of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering;
de veroordeelde zal zich inspannen voor het verkrijgen en behouden van (zinvolle) dagbesteding in de vorm van (vrijwilligers-)werk of scholing;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Amperse, voorzitter,
en mrs. E.M. Rocha en S.A. van Egmond, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.J.H. Mooren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/322693-22
1
hij, op of omstreeks 9 december 2022 te Rotterdam,
een of meerdere verzorgingsproducten en/of wasmiddel, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan de PLUS ( [adres02]), in elk geval aan
een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door aan die
[slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen "Ik ga je steken" en/of "Degene die mij
aanraakt steek ik neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij, op of omstreeks 9 december 2022 te Rotterdam,
een of meerdere verzorgingsproducten en/of snoep en/of chocolade en een
vruchtensap in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Albert Heijn
( [adres03] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij, op of omstreeks 9 december 2022 te Rotterdam,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [ambtenaar01] (werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid
Rotterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar
bediening,
in zijn/haar tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem/haar de woorden toe te voegen: “Je bent een kanker Mongool was, je
bent een racist , je bent een kankerlijer , ik pak de volgende keer en wacht maar tot
ik je de volgende keer op straat tegenkomt'', althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
10/295455-22
1
hij op of omstreeks 9 oktober 2022 te Rotterdam,
een of meer verpakkingen Ben&Jerrys ijs, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan de Albert Heijn (gelegen aan het [straatnaam02] ), in elk geval aan
een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 17 oktober 2022 te Rotterdam,
een of meer vleesproducten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de
Albert Heijn (gelegen aan het [straatnaam01] ), in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 18 oktober 2022 te Rotterdam,
een of meer verpakkingen Ben&Jerrys ijs en/of tandpasta en/of sigaretten, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Albert Heijn (gelegen aan het
[straatnaam02] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 30 oktober 2022 te Rotterdam,
een of meer verpakkingen Melatonine, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan de Kruidvat (gelegen aan het [straatnaam03] ), in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op of omstreeks 3 november 2022 te Rotterdam,
een of meer verpakkingen Dove douchegel-flacons, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan de Kruidvat (gelegen aan het [straatnaam04] ), in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6
hij op of omstreeks 7 november 2022 te Rotterdam,
een of meer verpakkingen AXE deodorant, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan de Kruidvat (gelegen aan het [straatnaam03] ), in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7
hij op of omstreeks 12 november 2022 te Rotterdam,
een koffer en/of een of meer verpakkingen gereedschapsartikelen, in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele aan de Action (gelegen aan de [straatnaam05] ), in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/318289-22
hij op of omstreeks 18 september 2022 te Rotterdam
een kassa met daarin 100 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [naam03] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak/verbreking;
10/089260-23
hij op of omstreeks 2 april 2023 te Rotterdam,
een of meerdere levensmiddelen (waaronder garnalen, een appelflap, een donut,
Red Bull, garnalen en/of zalmhaasjes) en/of een diepvriestas, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn (gelegen aan de [adres03] ), in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/099537-23
hij, op of omstreeks 3 april 2023 te Rotterdam,
een fles sinaasappelsap en/ of één of meerdere pakken zalmfilet en/ of biefstuk,
bavette en/of een vleesproduct en/of diepvriesgarnalen, in elk geval enig goed,
dat/ die geheel of ten dele aan de Albert Heijn ( [adres03]), in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;