ECLI:NL:RBROT:2023:664

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
1 februari 2023
Zaaknummer
10/034887-22; 10/216718-21 (gev. ttz) / TUL: 10/229824-21; 10/264321-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor aanranding, bezit van kinderporno en diefstal met tbs maatregel

Op 31 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1986, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder aanranding, bezit van kinderporno en diefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tijdens het begaan van de feiten leed aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, waardoor hij verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft de conclusies van deskundigen onderschreven, die aangaven dat eerdere behandelingen in een ambulant kader niet effectief zijn geweest. Daarom is tbs met verpleging van overheidswege als enige haalbare optie geadviseerd.

De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. Daarnaast is de verdachte ter beschikking gesteld met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de slachtoffers van de aanrandingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling in aanmerking genomen bij het opleggen van de straffen en maatregelen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummers: 10/034887-22; 10/216718-21 (gev. ttz)
Parketnummers vordering TUL: 10/229824-21; 10/264321-21
Datum uitspraak: 31 januari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1986,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. F.A.J. van Rijthoven, advocaat te Oirschot.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 januari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L. Goudzwaard heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/034887-22 en bewezenverklaring van het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/216718-21;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
  • afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaken met parketnummers 10/229824-21 en 10/264321-21.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/034887-22 is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich in de zaak met parketnummer 10/216718-21 op het standpunt gesteld dat de winkeldiefstal zoals ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, gelet op de aangifte, de verklaring van de verdachte ter zitting en het proces-verbaal van de politie waarin de camerabeelden worden beschreven.
4.2.2.
Beoordeling
Bij de beoordeling gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. De verdachte heeft tijdens de zitting erkend één pakje Pokémonkaarten te hebben gestolen. In het proces-verbaal waarin de beelden worden beschreven is vermeld dat te zien is dat de verdachte een aantal goederen van de toonbank heeft gepakt. Er is echter niet beschreven om welke goederen dit zou gaan. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende specifiek bewijs is voor de diefstal van andere goederen dan één pakje Pokémonkaarten.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van één pakje Pokémonkaarten.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en in zoverre geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
In de zaak met parketnummer 10/034887-22:
1
hij op 8 februari 2022 te Rotterdam, door een andere feitelijkheid [slachtoffer01] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van en knijpen in de borst van die [slachtoffer01] en bestaande een andere feitelijkheid uit het
- contact zoeken met die [slachtoffer01] , waardoor die [slachtoffer01] terwijl zij in de auto zat het autoraampje opende en vervolgens
- onverhoeds betasten van en het onverhoeds knijpen in de borst van die [slachtoffer01] ;
2
hij op 8 februari 2022 te Ridderkerk, door een andere feitelijkheid [slachtoffer02] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van en knijpen in de vagina van die [slachtoffer02] en bestaande die andere feitelijkheid uit het onverhoeds betasten van en het onverhoeds knijpen in de vagina van die [slachtoffer02] ;
3
hij op 12 januari 2022 te Rotterdam, door een andere feitelijkheid [slachtoffer03] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het leggen van zijn, verdachtes, hand op de (rechter)bil, althans het betasten van de (rechter)bil van die [slachtoffer03] en bestaande een die andere feitelijkheid uit het onverhoeds betasten van de (rechter)bil van die [slachtoffer03] en hierbij die [slachtoffer03] onverhoeds tot op zeer korte afstand van achteren benaderen;
4
hij op 8 februari 2022 te Rotterdam, afbeeldingen, - te weten foto’s, en een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [naam bestand01] en [naam bestand02] )
en
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [naam bestand03] , [naam bestand04] , [naam bestand05] , [naam bestand06] )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand07] , [naam bestand08] , [naam bestand09] , [naam bestand10] , [naam bestand11] )
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
( [naam bestand12] );
In de zaak met parketnummer 10-216718/21:
hij, op 11 augustus 2021 te Rotterdam een pakje Pokémonkaarten dat aan [naam winkel01] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
In de zaak met parketnummer 10/034887-22:

1..Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

2..Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

3..Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

4.
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben.
In de zaak met parketnummer 10/216718-21:
Diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op 12 januari 2022 en op 8 februari 2022 schuldig gemaakt aan het op ontuchtige wijze benaderen van drie voor hem onbekende vrouwen. De verdachte heeft het slachtoffer [slachtoffer01] benaderd terwijl zij in haar auto zat. Zij deed met goed vertrouwen het raampje van haar auto open, waarna de verdachte haar borst (over de kleding) heeft betast en hier in heeft geknepen. Het slachtoffer [slachtoffer02] is door de verdachte op de fiets benaderd. De verdachte wilde iets vragen aan het slachtoffer. Toen het slachtoffer zich behulpzaam opstelde, heeft de verdachte (over de kleding) de vagina van het slachtoffer betast en heeft hij daarin geknepen. Het slachtoffer [slachtoffer03] was in de avond een wandeling aan het maken, toen de verdachte haar van achteren benaderde. Hij is tegen haar aan gaan staan en heeft met zijn hand een bil van het slachtoffer (over de kleding) betast en heeft in haar bil geknepen. Blijkens de aangiftes ervaren de slachtoffers als gevolg van deze feiten een gevoel van angst en is het vertrouwen in andere mensen afgenomen.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Artikel 240b Sr is in het leven geroepen om seksueel misbruik van jeugdigen met kracht te kunnen bestrijden. Dit is slechts mogelijk als ook de exploitatie van dergelijk misbruik wordt aangepakt. Om die reden heeft de wetgever niet alleen het vervaardigen en verspreiden van kinderporno strafbaar gesteld, maar ook het in bezit hebben daarvan. Door het in bezit hebben van kinderporno heeft de verdachte indirect bijgedragen aan het in stand houden en bevorderen van uiterst verwerpelijke praktijken. Het is algemeen bekend dat kinderen van wie dit soort afbeeldingen wordt gemaakt psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van Pokémonkaarten. Diefstal is een ergerlijk feit dat naast materiële schade, hinder voor de gedupeerde veroorzaakt. De verdachte heeft met zijn handelen geen respect getoond voor andermans eigendom.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, namelijk diefstal. Voorts is de verdachte eerder veroordeeld voor een zedenfeit, maar niet binnen de recidiveperiode van vijf jaar.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De rechtbank heeft kennis genomen van de Pro Justitia Rapportage van het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) van 26 oktober 2022, alsmede de toelichting van de deskundigen over dit rapport ter terechtzitting. Het oordeel van de deskundigen houdt – kort gezegd – het volgende in.
De verdachte lijdt aan een psychische stoornis, te classificeren als schizofrenie, ernstig en chronisch van aard. De interactie met de verdachte tekent zich ten tijde van het onderzoek in het PBC onophoudelijk door symptomen die passen bij deze schizofrene stoornis. Zo is sprake van zogeheten ‘positieve’ (psychotische) symptomatologie met gedesorganiseerd denken waarbij betrokkene eigenaardige overtuigingen en magische gedachten (telepathie) heeft en waarbij hij (licht) achterdochtig is. Meestal geluxeerd door drugsgebruik maakt de verdachte tevens perioden door met zowel gehoors- als visuele hallucinaties (zoals horen van stemmen en het zien van naakte vrouwen en mannen op straat). In zijn gedrag komen tijdens de positieve symptomen decorumverlies en (agressieve en seksuele) ontremming voor. Hij is wat betreft het gedesorganiseerd denken nooit helemaal vrij van psychotische belevingen, maar de hallucinaties en wanen staan ten tijde van de observatie in het PBC duidelijk op de achtergrond. Ook bestaan episoden van negatieve symptomen met een laag activiteitenniveau. Door de structurele desorganisatie, chronisch falende realiteitstoetsing en oordeels- en kritiekstoornissen wordt de verdachte ernstig in zijn functioneren belemmerd en beïnvloedt dit onder andere de belastbaarheid. Als hij zijn antipsychotische medicatie inneemt, verminderen en verbleken positieve symptomen zoals hallucinaties en/of wanen evident. Dit geldt echter zeker niet voor het gedesorganiseerd denken.
De verdachte gebruikt drugs om zich fantastisch te voelen en speciale belevingen te hebben met hallucinaties. De consequentie van het middelengebruik is niet zelden dat betrokkene of psychotisch wordt (met hallucinaties en wanen) of dat zijn gedesorganiseerd denken toeneemt met een toenemend verlies van samenhang in denken, voelen en (onaangepast) gedrag. Drugsgebruik verzwakt de rem op het inhouden van seksuele verlangens en kan ontremming in seksuele aandrift, agressie alsook antisociaal/delinquent gedrag uitlokken.
De schizofrene stoornis heeft tot een gebrekkige identiteitsontwikkeling van betrokkene geleid. De (zwakke) identiteit van de verdachte bestaat uit losse en weinig geïntegreerde onderdelen, mede door het verlies van samenhang van gedrag, gedachten en gevoel, waardoor tot nog toe slechts een onrijpe en onvolwassen persoonlijkheid tot stand is gekomen. De onrijpe persoonlijkheid van de verdachte draagt weinig bij aan de mogelijkheden om zijn intenties af te remmen. Bij de verdachte is sprake van een onrijpe seksuele ontwikkeling als gevolg van de schizofrenie. Er bestaan nog weinig psychische grenzen zoals schaamte en moraal. Zijn seksualiteit is in hoofdzaak nog alleen op zichzelf gericht en niet op anderen en in die zin onvolwassen. Als hij onder invloed van drugs en/of psychotisch is, kan hij zijn seksuele initiatieven en aandrift niet afremmen. In zijn libidineuze toewending richt hij zich op (onbekende) prépuberale en jeugdige meisjes alsook op (jong) volwassen vrouwen. Vanwege de schizofrenie (desorganisatie) en daardoor de onrijpe persoonlijkheidsontwikkeling wordt het seksueel ontremde gedrag gezien als een uiting van oninvoelbaar gedrag, de desorganisatie en het decorumverlies behorende bij de schizofrenie en vooralsnog niet als een eigenstandige seksuele stoornis.
De schizofrenie is chronisch en was dus aanwezig ten tijde van het ten laste legde, evenals zogeheten ‘positieve’ (psychotische) symptomatologie met vooral gedesorganiseerd denken waarbij betrokkene eigenaardige gedragingen, overtuigingen en magische gedachten heeft en waarbij hij achterdochtig is. Het is onduidelijk of betrokkene ten tijde van het ten laste gelegde hallucinaties of wanen had. Ook ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was sprake van een tenminste matig ernstige stoornis in het gebruik van stimulerende middelen. Vanwege de schizofrenie en de onrijpe persoonlijkheidsontwikkeling wordt ook het onvolwassen seksueel ontremd gedrag gezien als een uiting van oninvoelbaar gedrag, desorganisatie en decorumverlies behorende bij de schizofrenie. Bij drugsgebruik ontremt betrokkene in nog sterkere mate. Dientengevolge wordt geconcludeerd dat de ernstige en chronische psychopathologie in sterke mate doorwerkte in zijn gedragskeuzes en handelen en hij slechts een beperkte keuzevrijheid had om zich aan de invloed daarvan te onttrekken. Het advies is om het hem ten laste gelegde ten hoogste in verminderde mate toe te rekenen.
De inschatting is dat de verdachte in de toekomst, zonder imperatieve beschermende context en intensieve zorg en zonder medicatie, vanwege het gebrek aan ziektebesef en vanuit desorganisatie op impulsieve ongerichte wijze weer drugs zal gaan gebruiken en grensoverschrijdend agressief en/of seksueel ontremd gedrag zal vertonen. Dit maakt dat de kans op herhaling van (seksueel) gewelddadig gedrag klinisch als hoog wordt beoordeeld, waarbij gevaar voor herhaling van feiten als het ten laste gelegde op korte termijn kan ontstaan indien betrokkene onbehandeld terugkeert naar de situatie van voor zijn aanhouding. Een eventuele inschatting op seksuele escalatie (in de zin van ernstiger zedenhandelingen) is door onderzoekers niet te geven, maar ook niet uit te sluiten. De verdachte zal zich hoogst waarschijnlijk, zo is gebleken, steeds weer aan zorg onttrekken zo lang deze niet dwingend wordt opgelegd. De verdachte is vanuit zijn psychische stoornissen ernstig beperkt, hij heeft geen ziekte-inzicht en hij is niet ontvankelijk voor beïnvloeding. Onderzoekers zijn van mening dat de verdachte in ambulante omstandigheden weer middelen gaat gebruiken, stopt met medicatie, zich aldus aan zijn behandeling zal onttrekken en zich dus niet aan de voorwaarden zal kunnen houden ondanks zijn huidige motivatie. Tbs met voorwaarden wordt niet haalbaar geacht, gelet op de beperkingen van de verdachte en gebleken ervaringen met behandelingen in het verleden: hij verheerlijkt drugs, hij kan de behandeldruk niet aan, hij kan zich niet aan voorwaarden houden en als het misgaat bestaat direct het genoemde recidiverisico en hoog gevaar op korte termijn. Gezien de mate van het klinische recidiverisico en de benodigde mate van beveiliging, begeleiding en behandeling rest niets anders dan de maatregel van de tbs met bevel tot verpleging van alle mogelijkheden tot toezicht, structuur en medicatie te adviseren. Volgens onderzoekers is dit de enige haalbare optie.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Straffen en maatregel
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege noodzakelijk is. Aan de wettelijke eisen voor het opleggen van die maatregel is voldaan. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met verpleging van overheidswege. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling in de zaak met parketnummer 10/034887-22.
Vastgesteld wordt dat de strafbare feiten ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd misdrijven betreffen die gericht
zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daartoe zijn de aard en de kwalificatie van de bewezen verklaarde feiten redengevend. De totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen

Benadeelde partij [slachtoffer02]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/034887-22: [slachtoffer02] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 850,00 aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van de vordering, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering summier is onderbouwd en heeft verzocht om de vordering te matigen nu de verdediging de gevorderde immateriële schadevergoeding te hoog acht.
8.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering voor het meerdere thans ontoereikend zijn. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd over het te vergoeden bedrag de wettelijke rente toe te wijzen. De rechtbank bepaalt dat de verdachte over het te vergoeden schadebedrag de wettelijke rente verschuldigd is vanaf 8 februari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer02] een schadevergoeding betalen van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2022. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
Benadeelde partij [slachtoffer03]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/034887-22: [slachtoffer03] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 50,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 850,00 aan immateriële schade.
8.5.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van de vordering, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.6.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering summier is onderbouwd en heeft verzocht om de vordering te matigen nu de verdediging de gevorderde immateriële schadevergoeding te hoog acht. Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat er uit de onderbouwing onvoldoende causaal verband blijkt tussen de gevorderde materiële schade en het ten laste gelegde feit.
8.7.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij daardoor, rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde materiële schade voldoende is onderbouwd en bovendien in voldoende mate samenhangt met het bewezen verklaarde strafbare feit. De vordering is daarom in zoverre toewijsbaar.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering voor het meerdere thans ontoereikend zijn. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd over het te vergoeden bedrag de wettelijke rente toe te wijzen. De rechtbank bepaalt dat de verdachte over het te vergoeden schadebedrag de wettelijke rente verschuldigd is vanaf 8 februari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.8.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 550,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2022. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Vorderingen tot tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnissen waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Parketnummer 10/229824-21
Bij vonnis van 30 augustus 2021 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van overtreding van de Wet wapens en munitie veroordeeld voor zover van belang tot tweemaal een geldboete ter hoogte van € 225,00 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 14 september 2021.
Parkernummer 10/264321-21
Bij vonnis van 10 november 2021 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 25 november 2021.
9.2.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. De rechtbank ziet echter in de op te leggen tbs-maatregel reden die last niet te geven en de gevorderde tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen af te wijzen.

10..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 37a, 37b, 57, 63, 240b, 246, 310 van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
beveelt dat de terbeschikkinggestelde
van overheidswege wordt verpleegd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer02] , te betalen een bedrag van
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer02] te betalen
€ 500,00(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer03] , te betalen een bedrag van
€ 550,00 (zegge: vijfhonderdvijftig euro), bestaande uit € 50,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer03] te betalen
€ 550,00(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 550,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
11 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 30 augustus 2021 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke geldboete, gewezen onder parketnummer 10/229824-21;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 10 november 2021 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, gewezen onder parketnummer 10/264321-21.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter,
en mrs. C.H. van Breevoort-de Bruin en N.M. Ketelaar, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.H. Frerichs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/034887-22
1
hij op of omstreeks 8 februari 2022 te Rotterdam, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, [slachtoffer01] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van en/of knijpen in de borst van die [slachtoffer01] en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit het
- contact zoeken met die [slachtoffer01] , waardoor die [slachtoffer01] (terwijl zij inde auto zat) het autoraampje opende en/of (vervolgens)
- onverhoeds betasten van en/of het onverhoeds knijpen in de borst van die [slachtoffer01] ;
2
hij op of omstreeks 8 februari 2022 te Ridderkerk, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer02] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van en/of knijpen in de vagina van die [slachtoffer02] en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit het onverhoeds betasten van en/of het onverhoeds knijpen in de vagina van die [slachtoffer02] ;
3
hij op of omstreeks 12 januari 2022 te Rotterdam, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer03] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het leggen van zijn, verdachtes, hand op de (rechter)bil(len), althans het betasten van de (rechter)bil van die [slachtoffer03] en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit het onverhoeds betasten van de (rechter)bil(len) van die [slachtoffer03] en/of hierbij die [slachtoffer03] onverhoeds tot op zeer korte afstand van achteren benaderen;
4
hij op of omstreeks 8 februari 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, - te weten foto’s, en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [naam bestand01] en [naam bestand02] )
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [naam bestand03] , [naam bestand04] , [naam bestand05] , [naam bestand06] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand07] , [naam bestand08] , [naam bestand09] , [naam bestand10] , [naam bestand11] )
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
( [naam bestand01] );
10-216718/21
hij, op of omstreeks 11 augustus 2021 te Rotterdam een of meerdere pakjes Pokémonkaarten en/of een of meerdere aanstekers, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam winkel01] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.