ECLI:NL:RBROT:2023:6603

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/10/660751 / JE RK 23-1448
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van schriftelijke aanwijzing in jeugdzorgzaak

In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 juli 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de moeder om een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gegeven op 8 juni 2023, geheel of gedeeltelijk vervallen te verklaren. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. B.H. van der Zwan, heeft aangevoerd dat de hulpverlening van Enver goed contact heeft met haar en dat er geen noodzaak is voor frequent huisbezoeken. De GI heeft ter zitting bevestigd dat de situatie van de moeder is verbeterd en dat de hulpverlening is afgeschaald van twee naar één keer per week. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder goed meewerkt aan de hulpverlening en dat de thuissituatie positief is. De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing vervallen verklaard, maar benadrukt dat de GI zicht moet houden op de opvoedsituatie. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/660751 / JE RK 23-1448
datum uitspraak: 17 juli 2023

beschikking vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing

in de zaak van

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. B.H. van der Zwan, kantoorhoudende te Rotterdam,
betreffende

[kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [kind01] ,
[kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2009 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [kind02] ,
[kind03] ,
geboren op [geboortedatum03] 2012 te [geboorteplaats03] , hierna te noemen: [kind03] ,
[kind04]
geboren op [geboortedatum04] 2014 te [geboorteplaats04] , hierna te noemen: [kind04] ,
[kind05] ,
geboren op [geboortedatum05] 2016 te [geboorteplaats05] , hierna te noemen: [kind05] ,
[kind06] ,
geboren op [geboortedatum06] 2020 te [geboorteplaats06] , hierna te noemen: [kind06] ,
[kind07] ,
geboren op [geboortedatum07] 2021 te [geboorteplaats07] , hierna te noemen: [kind07] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

de gecertificeerde instelling Leger Des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats02] ,

[naam03] ,

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de moeder van 21 juni 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het gezinsplan van de GI, ingekomen bij de griffie op 14 juli 2023.
Op 17 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. S. Ben Ahmed,
- de bijzondere curator,
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam04] en [naam05] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind01] , [kind02] , [kind03] , [kind04] , [kind05] , [kind06] en [kind07] wordt uitgeoefend door de moeder.
[kind01] , [kind02] , [kind03] , [kind04] , [kind05] , [kind06] en [kind07] wonen bij de ouders.
Bij beschikking van 4 mei 2023 is de ondertoezichtstelling van [kind02] , [kind03] , [kind04] en [kind05] verlengd tot 18 november 2023.
Bij beschikking van 6 juni 2023 is de ondertoezichtstelling van [kind01] , [kind06] en [kind07] verlengd tot 18 november 2023.
De GI heeft op 8 juni 2023 een schriftelijke aanwijzing aan de moeder gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [kind01] , [kind02] , [kind03] , [kind04] , [kind05] , [kind06] en [kind07] . Hierin is het volgende opgenomen:

1. U bent fysiek en emotioneel beschikbaar voor uw kinderen en sluit aan bij hun emoties.

Dit houdt in dat u en vader niet onder invloed zijn wanneer uw minderjarige kinderen thuis zijn. Wanneer u weg moet zorgt u voor een volwassene die zorg kan dragen voor uw kinderen. Dit houdt ook in dat u hun emoties erkent en benoemt en aansluit bij hun emotionele behoeften zoals het bieden van troost, het geven van complimenten en het helpen reguleren van hun emoties. U houdt uw emoties onder controle. Dit houdt in dat uw kinderen geen getuige zijn van huiselijk geweld en ongeremd gedrag zowel binnen- als buitenshuis. U zorgt ervoor dat er geen alcohol of drugs onder bereik van uw minderjarige kinderen is en zij geen (mogelijkheid krijgen om) alcohol of drugs gebruiken.

2. U laat uiterlijk vrijdag 9 juni 2023 de hulpverlening binnen om zicht te krijgen op de

thuissituatie. Vanaf maandag 12 juni laat u drie weken lang twee keer per week de hulpverlening binnen. Een andere locatie is niet acceptabel. Na deze drie weken wordt met de hulpverlening en de jeugdbeschermer geëvalueerd of de frequentie naar 1x per week kan. U geeft tijdens de huisbezoeken zicht op hoe u uw handelen als opvoeder vormgeeft en hoe u
een veilige thuissituatie voor de kinderen biedt. Dit doet u ook door de hulpverlening te laten
zien waar de kinderen slapen, spelen en eten.

3. U geeft gehoor aan de adviezen die de hulpverlening u geeft en werkt daarmee aan een

verbetering van de thuissituatie.

4. U gaat inhoudelijk in gesprek met de jeugdbeschermers over de zorgen betreffende uw

kinderen en komt de afspraken met de jeugdbeschermers na.

Het verzoek

De moeder heeft verzocht om de schriftelijke aanwijzing d.d. 8 juni 2023 geheel, althans gedeeltelijk vervallen te verklaren, met bepaling dat aan dit verzoek schorsende werking wordt toegekend en veroordeling van de gecertificeerde instelling Leger des Heils
Jeugdbescherming & Reclassering in de kosten van deze procedure.
Door en namens de moeder is het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI wil zicht op de thuissituatie bij de moeder door frequent huisbezoeken af te leggen. De moeder werd verweten dat ze daar niet aan meewerkt. Er is hulpverlening van Enver betrokken. Zij geven aan dat er goed contact is met de moeder en dat er geen noodzaak is om geregeld binnen te kijken bij de moeder. Enver concludeert dat de moeder meer behoefte heeft aan praktische ondersteuning en niet zozeer aan opvoedondersteuning. Er is duidelijk sprake van een verbeterde situatie. De kinderen gaan weer naar school. Ook volgt uit de evaluatie van Enver dat de hulpverlening kan worden afgeschaald van twee naar één keer per week. Het is voor de moeder zwaar om telkens haar medewerking te verlenen aan de huisbezoeken. Het is niet nodig voor de moeder en de kinderen, terwijl het wel erg belastend is. Tot slot kan het gedrag van de vader niet als verantwoordelijkheid van de moeder worden aangemerkt. Daarom dient de schriftelijke aanwijzing vervallen verklaard te worden.

De standpunten

De GI heeft ter zitting toegelicht zich te kunnen vinden in het verzoek. Er zijn sinds heden twee nieuwe jeugdbeschermers betrokken bij het gezin. De GI heeft vanuit de hulpverlening van Enver begrepen dat het goed gaat met de moeder en dat zij haar afspraken nakomt. De hulpverlening is daarom afgeschaald. Wel heeft de GI zorgen over de langere termijn, omdat er bij de moeder een patroon zichtbaar is waarbij het goed gaat met de hulpverlening, maar dat dit later toch niet meer lukt. Het klopt dat de schriftelijke aanwijzing niet aan de vader gericht kan zijn, maar het is wel de verantwoordelijkheid van de moeder om de kinderen te beschermen tegen de vader. Daarnaast behoort het bij de taak van de GI om minimaal één keer per drie maanden een huisbezoek af te leggen. De moeder dient hier dus aan mee te werken. Concluderend geeft de GI aan dat de schriftelijke aanwijzing vervallen kan worden verklaard.
De bijzondere curator heeft ter zitting toegelicht dat de kinderen weer naar school gaan en dat de moeder goed en intensief contact heeft met de hulpverlening.

De beoordeling

Op verzoek van een met het gezag belaste ouder kan de kinderrechter een schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren (artikel 1:264 van het Burgerlijk Wetboek). Een schriftelijke aanwijzing moet worden beschouwd als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In dat kader moet de kinderrechter beoordelen of het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen, of de relevante belangen kenbaar zijn afgewogen en of het besluit deugdelijk is gemotiveerd.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er sinds de schriftelijke aanwijzing sprake is van een positieve ontwikkeling. Gelet op de eerdere zorgen en de politiemeldingen uit het (recente) verleden, is het zeer begrijpelijk dat de GI zicht wil op de opvoedsituatie bij de moeder. Inmiddels is gebleken dat de moeder goed meewerkt aan de hulpverlening vanuit Enver. De thuissituatie bij de moeder (en de vader) is dusdanig positief bevonden dat de hulpverlening is afgeschaald van tweemaal per week, naar één keer per week. De GI heeft deze positieve ontwikkeling ter zitting bevestigd. Positief is ook dat de schoolgang van alle kinderen inmiddels weer op gang is gekomen. Pas na de zomervakantie zal moeten blijken of de schoolgang ook daadwerkelijk structureel is verbeterd. Het is mede daarom blijvend van belang dat de GI zicht behoudt op hoe het gaat in de thuissituatie. De moeder heeft ter zitting toegezegd haar medewerking te zullen verlenen aan de huisbezoeken van de GI, die ten minste één keer per drie maanden zullen moeten plaatsvinden.
Gelet op het voorgaande ziet de kinderrechter aanleiding om de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren.
Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

De beslissing

De kinderrechter:
verklaart de schriftelijke aanwijzing van 8 juni 2023 geheel vervallen;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 juli 2023.