ECLI:NL:RBROT:2023:6602

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/10/661569 / JE RK 23-1575
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de ondertoezichtstelling

Op 17 juli 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De minderjarige, geboren in 2006, verblijft momenteel bij de crisisopvang van Enver. De vader van [minderjarige01], die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is, heeft verzocht om de minderjarige bij hem in Luxemburg te laten wonen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige apart is gehoord en de vader bijgestaan werd door een tolk. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te verlengen en om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is gedaan vanwege zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige01], die in haar leven weinig stabiliteit heeft ervaren en zich problematisch gedraagt.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01]. De vader lijkt niet in te zien wat het voor haar betekent om tegen haar wil in naar een onbekende omgeving te worden gebracht. De minderjarige heeft al meerdere internationale verhuizingen meegemaakt en vertoont gedragsproblemen, zoals agressie en weglopen. De kinderrechter oordeelt dat een uithuisplaatsing noodzakelijk is om de ontwikkeling van [minderjarige01] te waarborgen en om te voorkomen dat zij in een onveilige situatie terechtkomt. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot uiterlijk 5 oktober 2023, in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/661569 / JE RK 23-1575
datum uitspraak: 17 juli 2023

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de vader, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 5 juli 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 17 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [minderjarige01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de vader, bijgestaan door een tolk,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam02] ,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [minderjarige01] wordt uitgeoefend door de vader.

[minderjarige01] verblijft bij de crisisopvang van Enver.
Bij beschikking van 5 juli 2023 is [minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld tot 5 oktober 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 5 juli 2023 ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van vier weken.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verzocht voor de duur van
drie maanden. Tevens heeft de Raad met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van drie maanden. Vier weken hiervan zijn reeds verleend.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De vader wil dat [minderjarige01] tegen haar zin in bij hem in Luxemburg komt wonen, maar de vader is dakloos en heeft geen werk. De vader lijkt niet in te zien wat het voor [minderjarige01] zou betekenen om tegen haar wil in naar een vreemde omgeving te gaan, zonder dagbesteding en zonder netwerk. [minderjarige01] heeft al meerdere van dit soort internationale verhuizingen meegemaakt. Sinds [minderjarige01] op de crisisopvang verblijft, wordt gezien dat zij zich brutaal en respectloos opstelt en is zij al een keer fysiek agressief geweest. Daarnaast loopt ze regelmatig weg. Een uithuisplaatsing is nodig om haar verblijf bij de crisisopvang te waarborgen. De komende tijd zal verder uitgezocht moeten worden wat voor [minderjarige01] een passende plek is om verder op te groeien en zullen er een aantal praktische zaken geregeld moeten worden zoals de gemeentelijke inschrijving, school en zorgverzekering.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De GI herkent de zorgen van de Raad. [minderjarige01] heeft daarnaast een relatie waarin huiselijk geweld speelt. Op de groep gedraagt [minderjarige01] zich niet goed. Zij is de afgelopen week al drie keer weggelopen. De GI is voornemens [minderjarige01] aan te melden bij een meidengroep van Timon.
De vader is het eens met het verzoek, zolang [minderjarige01] veilig is. De vader herkent de gedragsproblematiek van [minderjarige01] . Toen [minderjarige01] bij hem in Portugal woonde, luisterde ze ook niet naar hem. Tot voorkort woonde de vader in Frankrijk. [minderjarige01] is toen gevlucht naar Nederland. [minderjarige01] heeft veel discipline nodig. De vader gaat binnenkort verhuizen naar Luxemburg. De vader wil dan op de hoogte gebracht worden door de GI hoe het met [minderjarige01] gaat. Verder wil de vader dat de GI [minderjarige01] beschermt tegen de mishandeling van haar vriendje.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01] . [minderjarige01] heeft in haar leven nog vrijwel geen stabiele thuissituatie gehad. Zij heeft de afgelopen jaren in veel verschillende landen gewoond, waar zij telkens opnieuw moest wennen aan een nieuwe onbekende omgeving en cultuur. Dergelijk gebrek aan structuur en een vaste woonplek zijn schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen. De vader lijkt dit niet in te zien. Hij wil [minderjarige01] nu meenemen naar Luxemburg, terwijl [minderjarige01] heeft aangegeven dit niet te willen. Ook zijn er zorgen over de relatie van [minderjarige01] en haar in Nederland wonende vriend. Tussen [minderjarige01] en haar vriend zou sprake zijn van een gewelddadige relatie. Zij verbleef tot voor kort bij de vader van haar vriend, maar kon hier in juni 2023 niet langer blijven, waarna zij op de crisisopvang is geplaatst. Hier is gebleken dat er sprake is van gedragsproblematiek bij [minderjarige01] . [minderjarige01] stelt zich zowel verbaal als fysiek agressief op. Zij is respectloos en loopt weg. [minderjarige01] luistert niet naar gezaghebbende figuren. Dat is eerder al gebleken toen [minderjarige01] in april 2023 is weggelopen vanuit Frankrijk naar Nederland zonder de vader hierover te informeren.
Geconcludeerd kan worden dat er op alle leefgebieden veel zorgen zijn over [minderjarige01] . Bij gebrek aan een vaste woonplek van de vader in Nederland, acht de kinderrechter een uithuisplaatsing noodzakelijk. [minderjarige01] heeft aangegeven graag terug te willen naar (de vader van) haar vriend. Gelet op de zorgen over de relatie en het feit dat zij eerder niet meer welkom was daar, acht de kinderrechter dit geen passende plek. Ander netwerk is niet beschikbaar. Een langer verblijf op de crisisopvang is daarom noodzakelijk. In de tussentijd dient gekeken te worden waar [minderjarige01] voor een langere periode kan verblijven.
Ook al verblijft [minderjarige01] niet feitelijk bij de vader, hij dient als gezaghebbende ouder wel ook zijn verantwoordelijkheid voor [minderjarige01] te nemen. De vader stelt veel eisen aan de GI ten aanzien van de ontwikkeling van [minderjarige01] , maar hij dient zich te realiseren dat hij de eerst verantwoordelijke is om zijn dochter te verzorgen en op te voeden. Ook heeft hij nog geen praktische zaken voor [minderjarige01] geregeld, zoals onderwijs, een verzekering en een inschrijving bij de gemeente. Van de vader mag worden verwacht dat hij zijn uiterste best doet om samen met de GI te doen wat het beste is voor [minderjarige01] .
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [minderjarige01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
laat de beslissing van 5 juli 2023 in stand;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot uiterlijk 5 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.