ECLI:NL:RBROT:2023:6596

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/10/658702 / JE RK 23-1260
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vervallen verklaring van schriftelijke aanwijzing en omgangsregeling voor minderjarigen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om de schriftelijke aanwijzing van 9 mei 2023 te laten vervallen en een omgangsregeling vast te stellen voor zijn drie minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. V. de Roo, heeft aangevoerd dat de schriftelijke aanwijzing niet zorgvuldig tot stand is gekomen en niet in het belang van de kinderen is. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder niet aanwezig was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de kinderen gezamenlijk door de ouders wordt uitgeoefend en dat de kinderen in pleeggezinnen verblijven. De GI, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verweer gevoerd en benadrukt dat er zorgen zijn over de nakoming van de omgangsafspraken door de vader. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de relevante belangen zijn afgewogen. De kinderrechter heeft de band tussen de vader en de kinderen als goed beoordeeld, maar heeft ook zorgen geuit over de stabiliteit en voorspelbaarheid van de omgang. De kinderrechter heeft het verzoek van de vader afgewezen, met de overweging dat uitbreiding van de omgang niet in het belang van de kinderen is zolang de vader niet in staat is om de afspraken na te komen. De omgang zal elke drie maanden worden geëvalueerd.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/658702 / JE RK 23-1260
datum uitspraak: 24 juli 2023

beschikking schriftelijke aanwijzing

in de zaak van

[naam01] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. V. de Roo, kantoorhoudende te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] ,
[naam kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2015 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen [naam kind02] ,
[naam kind03],
geboren op [geboortedatum03] 2017 te [geboorteplaats03] , hierna te noemen [naam kind03] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,

[naam02] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de vader van 17 mei 2023, ingekomen bij de griffie op 19 mei 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van de GI van 31 mei 2023, ingekomen bij de griffie op 10 juli 2023.
Op 10 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] verblijft in een pleeggezin. [naam kind02] en [naam kind03] verblijven samen in een ander pleeggezin.
Bij beschikking van 21 maart 2023 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] verlengd tot 9 april 2024. De kinderrechter heeft bij deze beschikking tevens de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 9 april 2024.
De GI heeft op 9 mei 2023 een schriftelijke aanwijzing aan de vader gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] . Hierin is het volgende opgenomen:
De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming &
Jeugdreclassering stelt de volgende omgangsregeling vast:
 Er is éénmaal in de twee weken een fysieke omgang tussen u en [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] op neutraal terrein. De bezoeken worden begeleid door een begeleider van de Leliezorggroep (hierna: LZG).
Afspraken rondom de omgangsregeling:
 Wanneer een bezoekmoment niet door kan gaan, dient dit eerst besproken te worden met de jeugdbeschermers. Dit bespreekt u minimaal 24 uur van tevoren.
 Wanneer u een wijziging/extra moment in de omgang wil, dient u dit eerst te bespreken met de jeugdbeschermers. Dit bespreekt u minimaal 24 uur van tevoren.
 De jeugdbeschermers hebben meermaals bij u aangegeven dat zij het belangrijk vinden dat zij zicht kunnen krijgen op uw traject bij Antes, uw problematiek en de (mogelijke) invloed hiervan op de kinderen. U heeft, tijdens het laatste gesprek op 18 april 2023, aangegeven de jeugdbeschermers in contact te zullen brengen met Antes. Nadien heeft u, op 19 april 2023, aangegeven dat u op woensdag 26 april 2023 een brief zou krijgen voor de jeugdbeschermers. Deze hebben zij tot op heden nog niet ontvangen.
Afspraken voor de omgangsregeling:
- De LZG komt de dag voor de omgang bij u op huisbezoek (locatie kan worden afgestemd tussen u en de LZG) om te zien hoe het met u gaat en te bespreken met u of het u de volgende dag gaat lukken de omgang na te komen. Wanneer het u niet lukt deze afspraak na te komen dan zal het omgangsmoment van de dag erna komen te vervallen.
Afspraken tijdens de omgangsregeling:
  • U bent (op tijd) aanwezig
  • U doet geen belastende uitspraken en/of beloftes richting of in bijzijn van de kinderen.
  • Er zijn geen andere personen bij het bezoek aanwezig. Behalve als dit in overleg gaat met de jeugdbeschermers en zij hiervoor akkoord hebben gegeven
  • U bent volledig aanwezig (niet met andere zaken bezig) tijdens het bezoek met de kinderen
  • U bent niet onder invloed van drugs of alcohol tijdens een bezoek met de kinderen.
  • U schreeuwt en vloekt niet naar de kinderen
  • U neemt de tips/adviezen van de LZG aan en maakt deze eigen.
De omgangsmomenten worden (indien nodig eerder) éénmaal in de drie maanden geëvalueerd zodat er besproken kan worden hoe de omgang is verlopen, of deze de huidige
frequentie kan houden, hoe de kinderen hierop hebben gereageerd en of de omgang mogelijk
bij vader thuis met begeleiding kan plaatsvinden.

Het verzoek

De vader heeft verzocht:
1. De schriftelijke aanwijzing van 9 mei 2023 vervallen te verklaren;
2. Een omgangsregeling te bepalen waarbij de minderjarigen hij de vader verblijven eenmaal per twee weken van vrijdag tot zondag, dan wel van zaterdag tot zondag;
3. Dan wel een zodanige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen te bepalen die uw rechtbank juist en passend acht.
De vader heeft verzocht de beschikking zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Door en namens de vader is het verzoek als volgt toegelicht. De vader is van mening dat de schriftelijke aanwijzing niet zorgvuldig tot stand is gekomen, ondeugdelijk is gemotiveerd, niet in het belang is van de minderjarigen en strijdig is met het duidelijkheidsbeginsel. Ter zitting heeft de vader aangegeven dat niet langer een beroep wordt gedaan op het zorgvuldigheidbeginsel. Op grond van het overige is de vader van mening dat de schriftelijke aanwijzing vervallen dient te worden verklaard.
De huidige omgang verloopt goed. De vader zou dan ook graag zien dat de omgang wordt uitgebreid en tevens dat de omgang bij hem thuis plaatsvindt. Dit is een vertrouwde omgeving voor de kinderen. De vader erkent dat de omgang vier keer niet is doorgegaan, maar hij had hier goede redenen voor. De zorgen over de veiligheid, de hygiëne en de mate waarin de vader zou aansluiten op de kinderen zijn ongegrond. De woning is helemaal in orde. De vader doet leuke activiteiten met de kinderen en kan goed aansluiten bij hun belevingswereld. De kinderen vinden het fijn om de vader te zien en er is sprake van liefdevol contact. De vader ziet voorts geen noodzaak voor de afspraken voorafgaand aan de omgangsregeling. De vader kan zich niet vinden in het afmelden uiterlijk 24 uur van te voren. Hij kan namelijk op de dag zelf ziek worden. De vader zal zich dan zo spoedig mogelijk afmelden. Ten aanzien van de huisbezoeken door LZG geeft de vader aan dat dit voor hem belemmerend werkt. Deze regel is erg ingrijpend en maakt het lastig om werk te zoeken. Ten aanzien van het contact met Antes merkt de vader op dat de GI in de gelegenheid is gesteld vragen te stellen en daarop zijn antwoorden gegeven.

Het standpunt van de GI

De GI heeft haar verweer ter zitting als volgt nader toegelicht. De GI heeft weinig zorgen over de invulling van de omgang. Gezien wordt dat de vader zijn best doet en dat hij leuke dingen met de kinderen doet. De GI maakt zich echter met name zorgen over het nakomen van de omgangsafspraken. Van de 11 omgangsmomenten, zijn er 5 niet nagekomen. Op de momenten dat vader wel komt, is hij bijna altijd te laat. De kinderen hebben daar last van. Zij hebben al veel meegemaakt. Er dient eerst stabiliteit en voorspelbaarheid in de huidige omgangsregeling te komen, voordat de omgang kan worden uitgebreid. Daarom wil de GI iedere drie maanden een evaluatiemoment, waarbij gekeken wordt hoe de afspraken en adviezen worden nagekomen. Dat is ook de reden waarom de GI een dag voorafgaand een huisbezoek laat afleggen door LZG. Het is belangrijk dat wordt voorbesproken wat vader van plan is om te gaan en of hij daadwerkelijk komt. Hetzelfde geldt voor de locatie. De GI wil niet het risico lopen met de kinderen voor een dichte deur te staan of een onveilige thuissituatie aan te treffen. Het is dan ook veiliger om de omgang op een neutrale locatie plaats te laten vinden. Ten aanzien van het contact met Antes geeft de GI aan dat zij nog altijd geen toestemming hebben van de vader om contact met de behandelaar te mogen opnemen. Ook hebben zij nog niet de door hen opgevraagde brief ontvangen.
De GI merkt aanvullend nog op dat de kinderen op dezelfde dag dat zij omgang hebben met de vader ook omgang hebben met de moeder. De kinderen vertonen na de omgang vaak lastig gedrag. Het is daarom van belang dat er rust en voorspelbaarheid in de bezoeken komt.

De beoordeling

Op verzoek van een met het gezag belaste ouder kan de kinderrechter een schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren (artikel 1:264 van het Burgerlijk Wetboek). Een schriftelijke aanwijzing moet worden beschouwd als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In dat kader moet de kinderrechter beoordelen of het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen, of de relevante belangen kenbaar zijn afgewogen en of het besluit deugdelijk is gemotiveerd.
De kinderrechter is op grond van de overgelegde stukken de behandeling ter zitting van oordeel dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig tot stand is gekomen, dat de relevante belangen kenbaar zijn afgewogen en dat het besluit deugdelijk is gemotiveerd.
De kinderrechter constateert dat de band tussen de vader en de kinderen goed is. Wanneer de bezoekmomenten doorgang hebben, is het contact goed en worden er door de vader leuke activiteiten ondernomen. Echter, er zijn ook zorgen betreffende de omgangsmomenten en die zien vooral op het nakomen er van en het op tijd komen. In de afgelopen periode is er nog geen sprake geweest van een voorspelbare, stabiele en gestructureerde omgang tussen de vader en de kinderen. Gebleken is dat de omgang met enige regelmaat niet doorgaat. Dit wordt door de vader ook niet betwist. Op de momenten dat de omgang wel doorgaat, is de vader geregeld niet op tijd. Gelet op het verleden van de kinderen, waarin zij te maken hebben gehad met veel instabiliteit en onrust, is het voor de kinderen des te meer van belang dat zij gestructureerd contact met de vader hebben. Het is in het belang van zowel de kinderen als de vader dat er over de invulling van de omgang geen zorgen zijn. Er wordt een liefdevolle band gezien. Dat doet echter niets af aan de onrust voorafgaand aan de bezoekmomenten. De kinderen dienen erop te kunnen vertrouwen dat de vader komt en dat hij op tijd is. De kinderrechter acht het dan ook niet onbegrijpelijk dat de GI een aantal afspraken en voorwaarden stelt aan de bezoekmomenten, waaronder het afleggen van een huisbezoek voorafgaand aan de omgang en tevens dat de omgang plaatsvindt op een neutrale locatie. Dit is in de schriftelijke aanwijzing op een deugdelijke manier gemotiveerd. Deze afspraken zijn daarnaast in het belang van de kinderen. Zolang de vader niet in staat is om de afspraken van de huidige omgangsregeling na te komen en daarmee stabiele, voorspelbare en structurele omgang te bieden, is uitbreiding van de omgang niet in het belang van de kinderen.
De omgang wordt elke drie maanden geëvalueerd en zodra de omgangsmomenten goed en voorspelbaar verlopen, zal de GI onderzoeken hoe en op welke wijze deze momenten kunnen worden uitgebreid dan wel worden gewijzigd. Het is dan ook aan de vader om te laten zien dat hij zich aan de afspraken kan houden. Dit geldt ook voor de afspraken die dienen te gelden tijdens de omgangsmomenten. Ook hiervoor geldt dat deze zijn opgenomen om de bezoeken in het belang van de kinderen op een fijne en prettige manier te laten verlopen.
Gelet op het voorgaande ziet de kinderrechter geen aanleiding om de schriftelijke aanwijzing van 9 mei 2023 geheel dan wel gedeeltelijk vervallen te verklaren.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek van de vader af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.