ECLI:NL:RBROT:2023:6554

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
24 juli 2023
Zaaknummer
C/10/657022 / JE RK 23-1005
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over een minderjarige in het belang van de ontwikkeling van het kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 juli 2023 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over zijn dochter, hierna te noemen [kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 28 april 2023 een verzoek ingediend tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader, omdat deze al geruime tijd kampt met een alcoholverslaving en onvoorspelbaar en agressief gedrag vertoont. De vader heeft meerdere kansen gekregen om zijn gedrag te verbeteren, maar heeft deze niet benut. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag van de vader beëindigd moet worden in het belang van [kind01], die ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door het gedrag van de vader. De moeder is het eens met het verzoek van de Raad en de GI sluit zich hierbij aan. De rechtbank heeft overwogen dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [kind01] te dragen en dat het in haar belang is om rust en duidelijkheid te creëren. De moeder zal voortaan het eenhoofdig gezag over [kind01] uitoefenen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/657022 / JE RK 23-1005
datum uitspraak: 14 juli 2023

beschikking beëindiging van het ouderlijk gezag

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. J. van den Ende, kantoorhoudende te Rotterdam,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 28 april 2023, ingekomen bij de griffie op 1 mei 2023.
Op 19 juni 2023 heeft de rechtbank de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader, die telefonisch is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat voornoemd, die fysiek
ter zitting aanwezig was,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam03] ,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam04] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Portugese taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam05] , tolk in de Portugese taal.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[kind01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van de kinderrechter van 8 december 2016 is de voorlopige ondertoezichtstelling van [kind01] uitgesproken. Bij beschikking van de kinderrechter van 20 februari 2017 is de ondertoezichtstelling van [kind01] uitgesproken. Deze maatregel duurt nog steeds voort en is laatstelijk verlengd tot 20 februari 2024.

Het verzoek

De Raad heeft verzocht het ouderlijk gezag van de vader te beëindigen.

Het standpunt van de RaadDe Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe.

[kind01] staat sinds 2016 onder toezicht. De vader heeft te kampen met een langdurige en hardnekkige alcoholverslaving. Hij vertoont hierdoor onvoorspelbaar en agressief gedrag. De vader heeft veel kansen gehad. Zo is een eerder verzoek van de Raad tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader in oktober 2022 door de kinderrechter aangehouden. De vader is daarbij een laatste kans gegeven om zijn gezamenlijke gezag te behouden, met als voorwaarde dat hij behandeld zou worden bij Antes voor zijn alcoholverslaving. In januari 2023 heeft de Raad het aangehouden verzoek ingetrokken, omdat de vader op dat moment in behandeling was. Inmiddels heeft de Raad een nieuw verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader ingediend, omdat de vader zich niet aan de afspraken houdt. De behandeling van de vader bij Antes is gestopt en gebleken is dat de samenwerking slecht verliep. Onduidelijk is echter wat de oorzaak van het stoppen van de behandeling is, omdat de vader de Raad geen toestemming heeft gegeven om informatie bij Antes op te vragen. Er is sprake geweest van een terugmelding van het reclasseringstoezicht en er wordt tenuitvoerlegging verzocht in het strafrechtelijk kader. Door zijn onvoorspelbare en agressieve gedrag verloopt de samenwerking met de vader lastig. Vanwege bedreiging door de vader heeft de Raad zich genoodzaakt gevoeld om aangifte te doen. De vader heeft eerder in detentie verbleven vanwege bedreigingen richting de GI. Ook in de omgang met [kind01] is de vader onvoorspelbaar. Hij handelt niet in haar belang. Door beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader komt het ouderlijk gezag over [kind01] (van rechtswege) alleen aan de moeder toe. Hierdoor ontstaat rust voor [kind01] en de moeder. De moeder kan op die manier alleen beslissingen nemen over [kind01] , zonder de vader daarbij te hoeven betrekken. De Raad hoopt dat de vader enigszins uit de strijd kan blijven wanneer hij geen gezag meer heeft. Hopelijk kan hij zich gaan richten op de samenwerking met de GI om zodoende de omgang met [kind01] te kunnen hervatten en bestendigen. Dit moet echter wel op een voor [kind01] veilige en voorspelbare manier verlopen. Beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader zal een belangrijke stap zijn richting afsluiting van de ondertoezichtstelling van [kind01] .

Het standpunt van de GIDe GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad.

Er is sprake van een langlopend proces. Hoewel de vader op goede momenten een leuke en fijne vader is, maakt de GI zich zorgen over zijn dwingende en onvoorspelbare gedrag. De vader benut zijn gezag om op onvoorspelbare momenten in het leven van [kind01] te verschijnen. Zo eist de vader bijvoorbeeld aanwezig te zijn bij een afspraak van een behandelaar of orthodontist. De vader werkt ook niet altijd mee aan nodige gezagsbeslissingen. Zo heeft de vader aanvankelijk geen toestemming gegeven voor de KOPP-training van [kind01] bij Impegno.
Gezien de lastige samenwerking met de vader is er een tweede contactpersoon vanuit de GI betrokken. Dit heeft echter tot op heden niet tot een goede samenwerking of tot het nakomen van afspraken door de vader geleid. Al met al is het in het belang van [kind01] dat het gezag alleen bij de moeder komt te liggen. De GI hoopt dat er hierdoor rust en duidelijkheid ontstaat, zodat er op een andere manier kan worden samengewerkt met de vader en zodat er kan worden gewerkt aan de omgang tussen de vader en [kind01] .
De ondertoezichtstelling van [kind01] loopt in februari 2024 af. Het komende jaar wil de GI zich richten op de afronding en op het bieden van handvatten aan de moeder met betrekking tot het vormgeven van het contact tussen [kind01] en de vader.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het eens met het verzoek van de Raad.
Zij geeft aan dat zij in het verleden tevergeefs haar best heeft gedaan om de vader te laten behandelen voor zijn alcoholverslaving. De vader heeft veel kansen gekregen, maar hij heeft deze niet gegrepen. In mei 2023 heeft hij [kind01] dronken opgebeld. Hij heeft vervolgens een aantal berichten gestuurd naar [kind01] . De moeder wil dat [kind01] in een gezonde situatie opgroeit.

Het standpunt van de vader

Namens de vader wordt ter zitting verzocht het verzoek van de Raad af te wijzen.
Beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader is op dit moment prematuur. Het is niet zo dat de vader geen enkele rol meer speelt in het leven van [kind01] . De vader vervult wel een ouderrol en zowel de Raad als de GI vinden het belangrijk dat er contact is tussen de vader en [kind01] en dat de vader een rol blijft spelen in het leven van [kind01] . De vader wil dit ook graag. Op het moment dat de ondertoezichtstelling is beëindigd en de moeder het eenhoofdig gezag heeft over [kind01] , wordt het voor de vader moeilijk om juist die vaderrol te hebben die hij graag zou willen. Daarbij is het wel of niet verlenen van toestemming door de vader voor de KOPP-training van [kind01] bij Impegno onvoldoende om het gezag van de vader te beëindigen. De vader heeft altijd zijn toestemming verleend. Hoewel het fijn zou zijn als de vader inzicht geeft, behandelingen afmaakt of zijn medewerking omtrent zijn alcoholverslaving verleent, staat dit wel los van beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader. Deze voorwaarde zou gekoppeld moeten worden aan de omgang en niet aan (beëindiging van) het gezag van de vader.
Ter aanvulling hierop brengt de vader naar voren dat de Raad alles klakkeloos overneemt van de GI. De behandeling van de vader bij Antes is in oktober 2022 geëindigd, omdat hij toen bij De Hoop in Dordrecht verbleef. De vader mocht niet bij twee instanties tegelijkertijd ingeschreven staan. Daarnaast zat er geen vooruitgang in het traject met de reclassering. De vader had de verwachting dat de omgang met [kind01] zou worden opgestart nadat hij in detentie zat en bij De Hoop had verbleven. Dit is echter niet van de grond gekomen. De vader is hierdoor teleurgesteld geraakt en bot uit de hoek gekomen. De vader heeft hier spijt van. Het traject van de reclassering zou echter in mei 2023 toch al gestopt zijn en ook de behandeling bij Fivoor zou dan al zijn afgelopen. De vader wil ambulante behandeling, maar hij wacht tot op heden op een terugkoppeling hierover vanuit Antes. De vader zou graag detox-pillen willen krijgen, maar in verband met zijn gezondheid mag dit niet. Het is tot slot onjuist dat de vader berichten zou hebben gestuurd naar [kind01] , zoals de moeder ter zitting aangeeft.

De beoordeling

De rechtbank heeft bij beschikking van 21 oktober 2022 overwogen dat het van groot belang is dat de vader nu daadwerkelijk een behandeling voor zijn alcoholverslaving gaat volgen en dat hij deze afmaakt. De rechtbank heeft de vader een laatste mogelijkheid gegeven om te laten zien dat hij zich - in het belang van [kind01] - in positieve zin kan ontwikkelen. Het verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader werd daarom aangehouden. Bij beschikking van 17 februari 2023 heeft de rechtbank vervolgens geconstateerd dat de Raad het verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag heeft ingetrokken, omdat de vader gedurende zeven weken opgenomen is geweest voor zijn alcoholverslaving. Deze opname is positief afgesloten en de vader volgde op dat moment een nazorgtraject. De vader leek ervan doordrongen dat zijn gedrag uit het verleden de samenwerking met de GI heeft bemoeilijkt en dat hij onder invloed van alcohol niet in staat is om in het belang van [kind01] te handelen en constructief samen te werken. Het verzoek van de Raad is daarom afgewezen.
Op 28 april 2023 heeft de Raad wederom een verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader ingediend. Gebleken zou zijn dat de vader het hulpverleningstraject en de begeleiding vanuit de reclassering had gestopt. De vader zou de eerder gemaakte afspraken niet nakomen.
De rechtbank overweegt, dat zij op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het gezag van een ouder kan beëindigen, indien
a. een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
b. de ouder het gezag misbruikt.
De rechtbank is van oordeel dat het noodzakelijk is in het belang van [kind01] om het ouderlijk gezag van de vader te beëindigen. De rechtbank zal uitleggen waarom zij tot deze beslissing is gekomen.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [kind01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De vader kampt al geruime tijd met een alcoholverslaving, mede waardoor hij onvoorspelbaar, agressief en dreigend gedrag vertoont. Zo heeft hij eerder in detentie verbleven vanwege bedreigingen van de GI en ook onlangs is de vader niet in staat gebleken om op constructieve wijze samen te werken met de begeleiders en de GI. Ook in contact met de Raad heeft de vader een intimiderende houding, waarna ook de Raad aangifte heeft gedaan tegen de vader.
Al met al is er een patroon zichtbaar bij de vader waarbij hij vastloopt in de samenwerking met hulpverleningsinstanties voor zichzelf als ook met hulpverleningsinstanties voor [kind01] . Dit creëert onrust. Deze onrust is niet in het belang van [kind01] . Het belang van [kind01] vraagt dat de vader zich meewerkend opstelt, maar hiertoe blijkt de vader niet in staat.
Ook blijkt dat de vader de behandeling voor zijn alcoholproblematiek niet met succes heeft afgemaakt. De vader heeft na zijn opname een terugval gehad en de behandeling bij Antes en de reclassering zijn vervolgens gestopt. De rechtbank heeft - net als de Raad - geen goed inzicht in de reden hiervan en hoe dit precies is verlopen. De vader geeft namelijk geen toestemming aan Antes om de informatie hierover met de Raad te delen. Feit is wel dat de vader niet meer onder behandeling is bij Antes en dat er een advies tenuitvoerlegging is uitgebracht, waarmee het toezicht vanuit de reclassering en de behandeling in het forensisch kader stopt. Dit is ter zitting niet betwist door de vader of zijn advocaat.
Zoals uit bovenstaande blijkt, heeft de vader meerdere kansen gekregen. Al meerdere jaren is de vader in het kader van de ondertoezichtstelling erop gewezen dat het in het belang is van [kind01] en voor het contact tussen haar en de vader als hij stabiel en voorspelbaar is. De vader heeft pogingen ondernomen om van zijn alcoholverslaving af te komen, maar de behandelingen hiervoor zijn of niet afgemaakt, of waren onvoldoende om een blijvend effect te bewerkstelligen. [kind01] heeft last van de alcoholproblematiek van de vader tijdens de omgang met hem. [kind01] is dan bang voor de vader. Ook als er geen omgangsmomenten zijn, heeft ze last van de vader omdat hij dan vreemde of vervelende berichten naar haar stuurt. Hoewel de vader op goede momenten een leuke vader is, zijn deze momenten kortdurend en vervalt de vader daarna terug in zijn oude patronen. Ook in de samenwerking met de GI wordt ervaren dat het gedrag van de vader een constructieve samenwerking in de weg staat. De vader is niet in staat om aan deze samenwerking te werken dan wel lijkt hij niet te beseffen dat deze samenwerking in het belang is van [kind01] en van belang is voor het contact tussen hem en zijn dochter.
De rechtbank constateert dat de hiervoor omschreven situatie al enkele jaren voor onrust zorgt en dat de vader de laatste kans, zoals hem bij beschikking van 21 oktober 2022 is gegeven, niet heeft gegrepen. Geconcludeerd kan dan ook worden dat bij voortduring daarvan de ontwikkeling van [kind01] nog steeds ernstig is bedreigd. Het is dan ook in haar belang om rust en duidelijkheid te creëren. De vader is niet in staat om de verantwoordelijkheid - die hoort bij de rol van een ouder met gezag - over [kind01] te dragen. De rechtbank overweegt dat het belangrijk is dat [kind01] duidelijkheid krijgt. De beëindiging van het gezag van de vader geeft deze duidelijkheid. Dit neemt niet weg dat de vader geen rol meer in het leven [kind01] kan spelen. Dit zal op een passende wijze moeten plaatsvinden, en onder de voorwaarde dat de vader niet onder invloed is van alcohol.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat aan het criterium van artikel 1:266, eerste lid, sub a, BW is voldaan en acht om die reden ook een beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader aangewezen. De rechtbank zal daarom het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigen. Ingevolge het bepaalde in artikel 1: 274 BW wordt, indien de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, na de beëindiging van het gezag van een van hen voortaan het gezag door de andere ouder alleen uitgeoefend. De moeder zal aldus het eenhoofdig gezag over [kind01] hebben.

De beslissing

De rechtbank:
beëindigt het ouderlijk gezag van [naam02] , geboren op [geboortedatum02] te [geboorteplaats02] , over [kind01] ;
verstaat dat de griffier krachtens het bepaalde in het Besluit Gezagsregisters een aantekening zal maken van deze beslissing in het centraal gezagsregister;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. van Dijk, voorzitter tevens kinderrechter, en mrs. A. Verweij en H. Benaissa, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.