Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 juli 2023, met bijlagen;
- de brief van [gedaagde01] , met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres01] en [gedaagde01]. De eiseres, [eiseres01], heeft een vordering ingesteld tot ontruiming van een woning die door [gedaagde01] wordt gehuurd. De aanleiding voor de vordering was de constatering van overbewoning door de gemeente Schiedam, waarbij [gedaagde01] een bevriend gezin tijdelijk in zijn woning had laten verblijven. Dit was in strijd met de huurovereenkomst, waarin stond dat de woning enkel door [gedaagde01] en zijn gezin gebruikt mocht worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2023 heeft [gedaagde01] erkend dat hij een fout heeft gemaakt, maar hij betwistte dat dit zou moeten leiden tot ontruiming. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ernst van de tekortkoming en de gevolgen voor beide partijen. Hoewel [gedaagde01] in strijd met de huurovereenkomst heeft gehandeld, was het niet aannemelijk dat de huurovereenkomst in een reguliere procedure zou worden ontbonden. De kantonrechter heeft daarbij meegewogen dat [gedaagde01] de Nederlandse taal niet goed machtig is en dat hij slechts de intentie had om zijn vrienden tijdelijk te helpen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de belangen van [gedaagde01], die met drie minderjarige kinderen in de woning woont, zwaarder wegen dan de belangen van [eiseres01]. De ontruiming is daarom afgewezen. Tevens is [eiseres01] veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde01] tot dat moment op nul zijn vastgesteld.