Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 19 januari 2023, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondeling verweer, met daarbij het door [gedaagde01] ingediende schriftelijke verweer, met bijlagen.
2..De beoordeling
- [eiser01] wil dat [gedaagde01] meewerkt en meebetaalt aan het verplaatsen van een schutting, zodat die op de erfgrens komt te staan. Op onderstaande scan van een deel van het ‘relaas van bevindingen’ van het Kadaster is de huidige schutting groen gemarkeerd en de erfgrens blauw;
- [eiser01] eiste oorspronkelijk verwijdering van twee bomen die in de tuin van [gedaagde01] staan, dan wel het terugsnoeien daarvan tot een hoogte van maximaal twee meter. Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat deze bomen niet in de zogenoemde verboden zone staan. Daarop heeft [eiser01] zijn eis vermeerderd en eist hij ook dat de situatie in de toekomst zo moet blijven, dat wil zeggen dat niet alsnog een onrechtmatige toestand ontstaat;
- [eiser01] wil tot slot dat [gedaagde01] begroeiing verwijdert die is bevestigd aan of wortelt in de buitenmuur en houten boeidelen van zijn aanbouw. De plaats van de muur en boeidelen waar het om gaat zijn in onderstaand plaatje oranje gemarkeerd.
- [gedaagde01] wil dat het [eiser01] wordt verboden om beplanting, voor zover die zich op het erf van [gedaagde01] bevindt, te vernielen (waaronder [gedaagde01] ook verstaat snoeien);
- [gedaagde01] wil dat de kantonrechter de handelwijze van [gedaagde01] afkeurt. [gedaagde01] heeft bij de mondelinge behandeling toegelicht dat hij bedoelt dat hij zich door [eiser01] geïntimideerd voelt en dat hij wil dat de kantonrechter dat afkeurt. [gedaagde01] wil ook dat de kantonrechter de weigering van [gedaagde01] om bemiddeling en laagdrempelige oplossingen te accepteren afkeurt;
- Tot slot wil [gedaagde01] dat [eiser01] zijn bewering dat [gedaagde01] afspraken niet zou zijn nagekomen rectificeert.
oprichtenvan een scheidsmuur; hij vordert medewerking aan
verplaatsingvan de bestaande schutting, waarbij [gedaagde01] dan de helft van de verplaatsingskosten voor zijn rekening zou moeten nemen. [gedaagde01] heeft aangegeven op zich te willen meewerken aan het oprichten van een scheidsmuur, maar er bezwaar tegen te hebben dat de bestaande schutting daarvoor zou worden gebruikt. De kantonrechter oordeelt dat het verplaatsen van een bestaande schutting iets anders is dan het oprichten van een scheidsmuur en dat op basis van artikel 5:49 BW niet gevorderd kan worden dat de bestaande schutting wordt verplaatst. Daarbij speelt een rol dat als het gaat om het oprichten van een scheidsmuur, partijen het eerst eens moeten proberen te worden over wat voor scheidsmuur het moet worden (materiaal en vormgeving) en als ze daar niet in slagen, aan de kantonrechter kan worden gevraagd te bepalen wat voor scheidsmuur het moet worden. Het een noch het ander is in dit geval gebeurd. Deze vordering zal om die reden worden afgewezen.