ECLI:NL:RBROT:2023:654

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
10054303 CV EXPL 22-10787
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopig deskundigenbericht in geschil over schimmelvorming in huurwoning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 januari 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen [verzoekster01] en Stichting Woonbron. [verzoekster01] heeft een verzoek ingediend voor een voorlopig deskundigenonderzoek naar de schimmelvorming in haar huurwoning, die zij van Stichting Woonbron huurt. De verzoekster stelt dat er sprake is van een gebrek in de woning, terwijl de verweerster aanvoert dat de schimmelvorming het gevolg is van slecht ventileren door [verzoekster01]. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2022 is het verzoek besproken, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de oorzaak van de schimmelvorming vast te stellen. De deskundige, [naam01] van [bedrijf01], is benoemd en de kosten van het onderzoek zijn begroot op € 4.404,40 inclusief btw. Aangezien [verzoekster01] procedeert met een toevoeging, wordt aan haar geen voorschot opgelegd. De kantonrechter heeft tevens aangegeven dat de uiteindelijke kosten van het deskundigenonderzoek door de partijen vergoed moeten worden, afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek.

De beschikking bevat verder bepalingen over de uitvoering van het deskundigenonderzoek, waaronder de verplichting voor de deskundige om zich te houden aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken en de gedragscode voor gerechtelijk deskundigen. De deskundige moet het definitieve rapport uiterlijk drie maanden na de start van het onderzoek inleveren, en partijen krijgen de gelegenheid om op- en aanmerkingen te maken op het concept rapport. De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet volledig is afgedaan en verdere stappen mogelijk zijn.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10054303 CV EXPL 22-10787
datum uitspraak: 13 januari 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster01]
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C.C.J.L. Huurman,
tegen
Stichting Woonbron,
vestigingsplaats: Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. T.A. Vermeulen.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster01] ’ en ‘Stichting Woonbron’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot een bevel van een voorlopig deskundigenonderzoek, met producties;
- het verweerschrift.
1.2.
Op 14 december 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [verzoekster01] met mr. C.C.J.L. Huurman en mr. T.A. Vermeulen.

2..De beoordeling

2.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de kantonrechter een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen.
2.2.
[verzoekster01] stelt dat in de woning die zij van Stichting Woonbron huurt sprake is van een gebrek, namelijk schimmelvorming in de slaapkamer, woonkamer en keuken. Stichting Woonbron voert aan dat de problemen worden veroorzaakt door het gedrag van [verzoekster01] (slecht ventileren). [verzoekster01] betwist dit op haar beurt. Er moet volgens haar een onderliggend probleem zijn.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is. Na overleg met partijen wordt met dit vonnis de hierna genoemde deskundige benoemd om de vragen te beantwoorden die onder de beslissing staan (artikel 194 Rv).
2.4.
De deskundige, [naam01] van [bedrijf01], heeft de kosten voor het onderzoek begroot op € 4.404,40 inclusief btw (28 uren met een uurtarief van € 130,- exclusief btw) .
2.5.
De hoogte van het voorschot wordt vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag. Omdat [verzoekster01] procedeert met een toevoeging wordt aan haar geen voorschot opgelegd (artikel 195 Rv).
2.6.
De kantonrechter wijst er wel op dat, nadat het onderzoek door [naam01] heeft plaatsgevonden en in het geval er geen procedure wordt ingesteld, de kantonrechter op grond van artikel 205 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient te bepalen wie van beide partijen de kosten van de deskundige uiteindelijk dient te betalen. Voor deze beslissing is de inhoud van het rapport van de deskundige van belang. Indien de uitkomst van het onderzoek door [naam01] daartoe aanleiding geeft, kan dit tot gevolg hebben dat [verzoekster01] alsnog de kosten van de deskundige zelf zal moeten betalen.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt een deskundigenonderzoek om de volgende vragen te beantwoorden:
Is er sprake van schimmelvorming en vochtproblemen in de woning van [verzoekster01] en zo ja wat is daarvan de oorzaak.
Indien er meer oorzaken zijn, wat zijn de verhoudingen?
Wat is/zijn de eventuele oplossing(en)?
3.2.
benoemt tot deskundige:
[naam01]
[bedrijf01]
[adres01]
[postcode01] [plaats01]
Tel [telefoonnummer01]
[e_mail01]
3.3.
bepaalt dat als voorschot ter zake van de kosten van de deskundige een bedrag van
€ 4.404,40 inclusief btw hangende de procedure op de voet van artikel 195 jo. artikel 199 lid 3 Rv ten laste van ’s Rijks kas in debet zal worden gesteld;
3.4.
bepaalt dat de griffier een kopie van de processtukken aan de deskundige stuurt;
3.5.
bepaalt dat de deskundige zich houdt aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna: ‘leidraad’) en de gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) en wijst in het bijzonder op de informatie over het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van het communiceren met en door partijen;
3.6.
bepaalt dat partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om op- en aanmerkingen op het concept rapport te maken;
3.7.
bepaalt dat de deskundige het definitieve rapport uiterlijk 3 maanden na de start van het onderzoek inlevert en dat als deze termijn niet haalbaar blijkt de deskundige de kantonrechter en partijen dat zo spoedig mogelijk laat weten en ook welke termijn wel haalbaar is;
3.8.
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het rapport een eindnota voegt die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de leidraad;
3.9.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek onderbreekt als dreigt dat het voorschot wordt overschreden en in dat geval een schriftelijk verzoek aan de kantonrechter doet om een aanvullend voorschot;
3.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
47636