Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde en partiële vrijspraak ten aanzien van de ten laste gelegde MDMA pillen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
1.subsidiair. (zaak Karper)
eenvervoermiddel voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
2.(zaak Snoek)
5.Strafbaarheid feiten
1 subsidiair.
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, het zich en/of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en het voorhanden hebben van voorwerpen en vervoermiddelen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
2.
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;