In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter M.C. van der Kolk op 26 juni 2023, is de vraag aan de orde of de moeder vervangende toestemming moet krijgen om met haar dochter [kind01] op zomervakantie naar Tsjechië te gaan. De ouders, die gezamenlijk gezag uitoefenen over [kind01], zijn het niet eens over de vakantieplannen van de moeder. De moeder heeft de vakantie gepland van 16 juli 2023 tot en met 30 juli 2023, maar de vader weigert zijn toestemming te geven. Hij stelt dat de moeder vaak moeilijk doet als hij omgang of vakantie met [kind01] wil. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en na het horen van de standpunten van beide partijen, geconcludeerd dat de moeder ontvankelijk is in haar vordering. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de argumenten van de vader om geen toestemming te geven onvoldoende zijn en dat er geen gegronde redenen zijn om de vakantie te weigeren. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering van de moeder toegewezen en toestemming verleend voor de vakantie. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.