Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 juni 2023, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van de vader.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de vervangende toestemming voor een vakantie naar Turkije met hun minderjarige kind, geboren in 2016. De moeder vorderde toestemming om met het kind van 15 juli 2023 tot en met 26 augustus 2023 op vakantie te gaan, terwijl de vader zich verzet tegen deze vordering. De vader is van mening dat de moeder met het kind in Nederland op vakantie kan gaan en dat de gevraagde periode van zes weken te lang is. Hij wijst erop dat er nog geen stappen zijn gezet richting een onbegeleide zorgregeling, zoals eerder door de rechtbank is bepaald.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de moeder ontvankelijk is in haar vordering, maar dat de argumenten van de vader om geen toestemming te geven gegrond zijn. De rechter benadrukt het belang van de omgangsregeling tussen de vader en het kind, die nog niet is opgestart. De voorzieningenrechter concludeert dat het in het belang van het kind is om de zorgregeling met de vader niet verder te vertragen door een lange vakantie naar het buitenland. Daarom wordt de vordering van de moeder afgewezen en krijgt zij geen vervangende toestemming voor de vakantie.
De rechter heeft bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt en dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.