In deze zaak vordert Tur-Ned International Trading B.V. betaling van een bedrag van € 43.477,86 van gedaagden, die betrokken waren bij de overdracht van activa en goodwill van twee ondernemingen, [naam vennootschappen], aan hen. Tur-Ned stelt dat de verkoopprijzen te laag waren en dat zij hierdoor schade heeft geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat Tur-Ned onvoldoende feiten heeft aangedragen om te bewijzen dat zij schade heeft geleden door de verkoop van de ondernemingen. De rechtbank oordeelt dat het aan Tur-Ned is om te bewijzen dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld of ongerechtvaardigd zijn verrijkt. De rechtbank wijst erop dat de vorderingen van Tur-Ned alleen toewijsbaar zijn als zij kan aantonen dat zij schade heeft geleden als gevolg van de verkoop. De rechtbank concludeert dat Tur-Ned niet heeft aangetoond dat de ondernemingen voor een te laag bedrag zijn verkocht en dat er geen bewijs is dat er potentiële kopers waren die bereid waren een hogere prijs te betalen. De rechtbank wijst de vorderingen van Tur-Ned af en veroordeelt haar in de proceskosten van gedaagden, vastgesteld op € 5.065,00. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.M.J. Arts op 4 januari 2023.