ECLI:NL:RBROT:2023:6430

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/10/658866 / JE RK 23-1291
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van kinderen in verband met ernstige ontwikkelingsbedreiging

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 21 juni 2023, wordt een verzoek tot ondertoezichtstelling van drie kinderen ([kind01], [kind02] en [kind03]) behandeld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 2 juni 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin wordt verzocht om de ondertoezichtstelling van [kind01] tot aan haar meerderjarigheid en van [kind02] en [kind03] voor de duur van een jaar. De moeder van de kinderen, die belast is met het ouderlijk gezag, is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij daartoe was opgeroepen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig geweest.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de opvoedsituatie bij de moeder. Er zijn zorgen over huiselijk geweld, financiële problemen en instabiliteit in de thuissituatie. De kinderen hebben langdurige onveiligheid ervaren en er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van [kind02] en [kind03]. De moeder is overbelast en niet in staat om de noodzakelijke hulpverlening te accepteren. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om een jeugdbeschermer in te schakelen om de moeder te ondersteunen en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.

De kinderrechter heeft besloten om [kind01] onder toezicht te stellen tot aan haar meerderjarigheid en [kind02] en [kind03] voor de duur van een jaar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is mondeling gegeven op 21 juni 2023, met schriftelijke vastlegging op 10 juli 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld via de griffie van het gerechtshof te Den Haag, door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/658866 / JE RK 23-1291
Datum uitspraak: 21 juni 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[kind01],

geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01],

[kind02],

geboren op [geboortedatum02] 2010 te [geboorteplaats02], hierna te noemen: [kind02],

[kind03],

geboren op [geboortedatum03] 2017 te [geboorteplaats03], hierna te noemen: [kind03].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van
2 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 2 juni 2023.
Op 21 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam02];
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
[naam03].
De moeder is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
[kind01] en [kind02] zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [kind01], [kind02] en [kind03].
[kind01], [kind02] en [kind03] wonen bij hun moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] tot aan haar meerderjarigheid. Daarnaast verzoekt de Raad de ondertoezichtstelling van [kind02] en [kind03] voor de duur van jaar. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De Raad handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. De procedure tot ontbinding van het huurcontract en ontruiming van de woning is inmiddels gestart. De zaak zal binnenkort voorkomen; de Raad weet niet precies wanneer. De Raad weet evenmin of er een advocaat voor de moeder betrokken is in die procedure. Wel is er bewindvoering betrokken om de financiële zaken voor de moeder te regelen. Dit is positief, want de moeder stelt zich passief op.

Het standpunt van de GI

De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad. De komende periode is het van belang dat de jeugdbescherming belangrijke zaken voor de moeder en de kinderen zal gaan organiseren in samenspraak met het Intensieve Hulpteam. Ook zal bekeken worden of de moeder en de kinderen in een gezinsopvang kunnen verblijven. Het beste zou zijn wanneer de moeder in samenspraak met het Leger des Heils een oplossing vindt voor de woning.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Uit de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [kind01], [kind02] en [kind03] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de opvoedsituatie bij de moeder thuis. De kinderen hebben langdurige onveiligheid en instabiliteit in de thuissituatie ervaren. Zo zijn zij langdurig blootgesteld aan huiselijk geweld, is er sprake van financiële problematiek en zijn er problemen op het gebied van de huisvesting. Daarbij zijn er ernstige zorgen over de ontwikkeling van [kind02] en [kind03]. [kind03] kan op momenten ineens baldadig gedrag vertonen en [kind02] heeft last van stemmingswisselingen tussen somber en vrolijk. [kind01] lijkt zich op zichzelf te richten, maar maakt zich zorgen om haar zusjes.
In het verleden is er de nodige hulpverlening ingezet vanuit het Intensieve Hulpteam. De hulpverlening in het vrijwillig kader is echter onvoldoende van de grond gekomen. De moeder is onvoldoende in staat onder eigen verantwoordelijkheid de bedreiging weg te nemen en de noodzakelijke hulpverlening te accepteren. Zij houdt veel van haar kinderen, maar is op dit moment overbelast door de aanwezige zorgen, waaronder het dreigende verlies van de woning. De kinderrechter acht het daarom van belang dat een jeugdbeschermer betrokken wordt om de moeder te ondersteunen in de opvoeding en bij belangrijke zaken, om de benodigde hulpverlening in te zetten en om zicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter zal [kind01] onder toezicht stellen tot aan haar meerderjarigheid en [kind02] en [kind03] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
Tijdens het komende jaar van ondertoezichtstelling moet gewerkt worden aan de doelen, zoals door de Raad vermeld op pagina 26 van het rapport van de Raad.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 21 juni 2023 tot aan haar meerderjarigheid, te weten [datum01];
stelt [kind02] en [kind03] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 21 juni 2023 tot 21 juni 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van S.H. Harders als griffier, en op schrift gesteld op 10 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen
op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.