4.1.2.Beoordeling
Inleiding
Op grond van de inhoud van de aan dit vonnis gehechte bewijsmiddelen gaat de rechtbank bij haar beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden
Op 17 juli 2022 was de verdachte op bezoek bij zijn moeder, [slachtoffer01] , in haar woning aan de [adres01] in Rotterdam. Op enig moment is er onenigheid tussen hen ontstaan. De verdachte heeft zijn moeder in haar gezicht geslagen en gestompt, waarna zij op de grond is gevallen. De verdachte heeft haar vervolgens, naar eigen zeggen omdat hij wilde voorkomen dat zijn moeder op zou staan en boos op hem zou worden, terwijl zij op de grond lag meermaals met geschoeide voet geschopt tegen haar hoofd, dat zij met haar handen probeerde te beschermen, en tegen haar ribben en billen. Ook heeft hij haar nog een vuistslag in het gezicht gegeven. De verdachte heeft daarna 112 gebeld. Toen de politie arriveerde, lag zijn moeder bewegingloos en gewond op de grond. Zij was nog aanspreekbaar, maar in de ambulance onderweg naar het ziekenhuis verslechterde haar situatie.
In het ziekenhuis werd veel en zwaar letsel geconstateerd. Zijn moeder had inwendige bloeduitstortingen in de schedelhuid en rondom verschillende organen, traumatische hersenafwijkingen, 16 ribbreuken en een gebroken borstwervel. Gedurende haar verblijf in het ziekenhuis heeft zij een longontsteking ontwikkeld. Vanwege de aard van haar verwondingen, een slecht hart en het gebruik van antistolling is een conservatief beleid toegepast (pijnstilling, niet reanimeren, geen intensive care-opname).
Op 23 juli 2022 is [slachtoffer01] op 66-jarige leeftijd in het ziekenhuis overleden. De patholoog heeft geconcludeerd dat de noodzaak tot opname, de neurologische verslechtering en het uiteindelijk overlijden worden verklaard door verwikkelingen van een (deels hevige) stomp botsende krachtinwerking en dat het uiteindelijke overlijden wordt verklaard door een longontsteking bij een conservatief beleid.
Opzet
Een bewezenverklaring van doodslag vereist dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de dood van zijn moeder.
Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten dat de verdachte vol opzet had om zijn moeder van het leven te beroven.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte de aanmerkelijke kans, dat dat gevolg zal intreden, bewust heeft aanvaard. Of dit het geval is, hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg, in dit geval het overlijden van zijn moeder, heeft aanvaard.
Op grond van de hiervoor weergegeven feiten, met name de aard en ernst van het letsel en de hoeveelheid verwondingen van het slachtoffer, stelt de rechtbank vast dat de verdachte veel en buitensporig fors geweld tegen zijn moeder heeft gebruikt, onder meer tegen haar hoofd.
Naar algemene ervaringsregels brengt het herhaaldelijk met kracht stompen en met geschoeide voet schoppen tegen het hoofd, ook al houdt het slachtoffer zoals in dit geval de handen voor het gezicht, een aanmerkelijke kans met zich dat het slachtoffer ten gevolge daarvan komt te overlijden. Dit geldt te meer indien dit gebeurt op een moment dat het slachtoffer al weerloos op de grond ligt. Het hoofd is een kwetsbaar en vitaal onderdeel van het lichaam en het geven van harde vuistslagen en schoppen tegen het hoofd kan schedel- en/of hersenletsel met dodelijke afloop tot gevolg hebben.
Het handelen van de verdachte wordt naar de uiterlijke verschijningsvorm geacht daarop gericht te zijn geweest. Hij heeft niet alleen excessief geweld tegen haar hoofd gebruikt, maar ook tegen andere vitale lichaamsdelen. De verdachte heeft zijn moeder compleet in elkaar geslagen en getrapt. Door zo te handelen heeft de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn moeder zou komen te overlijden. Het feit dat de verdachte ná zijn geweldsuitbarsting de hulpdiensten heeft gebeld, maakt dit niet anders.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het voorwaardelijk opzet had op de dood van zijn moeder. Het verweer wordt verworpen.
Causaal verband handelen verdachte en overlijden slachtoffer
De verdachte heeft op de terechtzitting aangevoerd dat zijn moeder is overleden aan een longontsteking. Voor zover hij heeft willen betogen dat er geen causaal verband bestaat tussen de door hem gepleegde geweldshandelingen en de dood van zijn moeder (en hij om die reden moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde) overweegt de rechtbank het volgende.
Voor de beantwoording van de vraag of er voldoende causaal verband bestaat tussen het handelen van de verdachte en het overlijden van het slachtoffer is het criterium of het overlijden redelijkerwijs als gevolg van die handelingen aan de verdachte kan worden toegerekend.
Uit het forensisch pathologisch onderzoek blijkt dat het uiteindelijke overlijden van het slachtoffer niet alleen aan de longontsteking is te wijten, zoals de verdachte heeft aangevoerd, maar ook aan de verwondingen die hij haar heeft toegebracht. Verder is de longontsteking pas ontstaan toen het slachtoffer in het ziekenhuis lag, waar zij moest worden opgenomen vanwege de ernst van die verwondingen. Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat het geweld dat de verdachte tegen zijn moeder heeft gebruikt van doorslaggevende invloed is geweest op haar overlijden en dat zonder dit geweld zijn moeder niet was overleden. De dood van het slachtoffer kan daarom redelijkerwijs als gevolg van de geweldshandelingen aan de verdachte worden toegerekend.