ECLI:NL:RBROT:2023:6390
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van traplift op basis van Wmo 2015 en beoordeling van veiligheid en kosten
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S.C.M. Suijkerbuijk, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard, vertegenwoordigd door mr. J. Jansen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een traplift aan de linkerzijde van haar trap, die was verleend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres, die als gevolg van een CVA (beroerte) halfzijdig verlamd is en beperkingen ondervindt bij het traplopen, stelde dat de plaatsing aan de linkerzijde in strijd was met het Bouwbesluit 2012 en dat dit een onveilige situatie zou creëren.
De rechtbank heeft de zaak op 10 februari 2023 behandeld en het onderzoek heropend om aanvullende medische stukken van eiseres te ontvangen. Na beoordeling van de ingediende rapportages en de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat de traplift aan de linkerzijde de goedkoopst compenserende maatwerkvoorziening was en dat er geen strijd was met het Bouwbesluit. Eiseres had niet aannemelijk gemaakt dat de plaatsing aan de linkerzijde onveilig was, en de rechtbank oordeelde dat de zorg die eiseres ontving voldoende ondersteuning bood bij het gebruik van de traplift.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de toekenning van de traplift aan de linkerzijde gehandhaafd bleef. Eiseres was verantwoordelijk voor eventuele meerkosten als zij de traplift aan de rechterzijde geplaatst wilde hebben. Tevens kreeg eiseres geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.