In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Syrië in 1992, die niet ingeschreven staat in de basisregistratie personen. De verdachte werd beschuldigd van een poging tot woninginbraak op 14 september 2021 in Rotterdam. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij het DNA van de verdachte op een aangetroffen bril in de woning werd genoemd als bewijsstuk. De verdachte ontkende in de woning te zijn geweest en verklaarde dat de bril niet van hem was, maar dat hij wel eens een soortgelijke bril als modeaccessoire draagt. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er twijfels waren over de verklaring van de verdachte, er onvoldoende overtuigend bewijs was om te concluderen dat hij daadwerkelijk de poging tot woninginbraak had gepleegd. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.