ECLI:NL:RBROT:2023:6280
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding en rechtsbijstandsvergoeding na vrijspraak in strafzaak
Op 16 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de gewezen verdachte, die eerder was vrijgesproken van diefstal en opzetheling, verzocht om schadevergoeding voor immateriële schade en kosten voor rechtsbijstand. De verzoeken waren ingediend op 16 september 2022 en betroffen een vergoeding van € 390 voor immateriële schade en € 680 voor rechtsbijstand. De rechtbank oordeelde dat de schade voortvloeiend uit het overheidsoptreden in beginsel voor rekening van de gewezen verdachte blijft, ook als de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank concludeerde dat er geen gronden van billijkheid aanwezig waren om de verzoeken toe te wijzen, aangezien de verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de nadelige gevolgen van zijn gedragingen. De verzoeker was niet verschenen tijdens de behandeling van de zaak, ondanks een behoorlijke oproeping. De officier van justitie heeft de verzoeken afgewezen, en de rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd. De rechtbank heeft de verzoeken om schadevergoeding en rechtsbijstandsvergoeding afgewezen, waarbij zij benadrukte dat de verzoeker de gevolgen van zijn eigen handelen moet dragen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open binnen een maand na betekening.