ECLI:NL:RBROT:2023:6279
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding en rechtsbijstandvergoeding na beëindiging strafzaak zonder strafoplegging
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 maart 2023, zijn twee verzoeken behandeld van een gewezen verdachte die schadevergoeding en vergoeding voor rechtsbijstand vroeg op grond van de artikelen 533 en 530 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker was in verzekering gesteld op verdenking van diefstal in vereniging en belediging, maar zijn strafzaak is geseponeerd. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker zelf verantwoordelijk is voor de nadelige gevolgen van zijn handelen, aangezien hij met gestolen goederen in een rugtas liep en zich op zijn zwijgrecht beriep, wat de inverzekeringstelling heeft verlengd. De rechtbank concludeert dat er geen gronden van billijkheid zijn om de verzoeken tot schadevergoeding en vergoeding van rechtsbijstand toe te kennen. De verzoeken worden afgewezen, omdat de schade voortvloeiend uit het rechtmatig overheidsoptreden voor rekening van de verzoeker blijft. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open binnen een maand na betekening.