ECLI:NL:RBROT:2023:627

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
C/10/649068 / JE RK 22-2812
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met diabetes type 1 en de rol van de moeder in de zorgverlening

In deze zaak heeft de kinderrechter op 5 januari 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01], geboren in 2009. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er zorgen zijn over de zorg voor de diabetes van [naam kind01]. De moeder, die onvoldoende Nederlands spreekt, heeft moeite om de regie te voeren over de zorg voor haar kind. Tijdens de zitting is de moeder bijgestaan door mr. L. van Baaren, en was er een tolk aanwezig om de communicatie te vergemakkelijken.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door zijn diabetes type 1. Ondanks de inzet van hulpverlening, lukt het de moeder niet om de zorg voor [naam kind01] adequaat te coördineren. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [naam kind01] onvoldoende verantwoordelijkheid neemt voor zijn gezondheid, wat leidt tot gevaarlijke glucosewaarden. De moeder is open voor hulp, maar de taalbarrière bemoeilijkt de communicatie met hulpverleners.

Gezien de situatie heeft de kinderrechter besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 5 januari 2023 tot 5 januari 2024. De kinderrechter benadrukt het belang van inzicht in de ziekte en de gevolgen daarvan voor zowel [naam kind01] als de moeder, en dat zij leren om op een veilige en adequate wijze om te gaan met de diabetes. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/649068 / JE RK 22-2812
datum uitspraak: 5 januari 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 6 december 2022, ingekomen bij de griffie op 6 december 2022.
Op 5 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door mr. L. van Baaren, waarnemend advocaat voor mr. P. van Baaren,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam02] .
Opgeroepen en niet verschenen is een vertegenwoordig(st)er van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam03] , diabetesbegeleidster vanuit 4Kids2Tell.
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Spaanse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam04] , tolk in de Spaanse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind01] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De Raad heeft zorgen over de wijze waarop [naam kind01] en zijn moeder omgaan met de diabetes van [naam kind01] . Uit het onderzoek van de Raad is gebleken dat [naam kind01] voornamelijk zelf de zorg voor zijn diabetes draagt, maar dat het hem niet goed lukt om hier zorgvuldig mee om te gaan. De moeder dient meer regie te pakken in het aansturen van [naam kind01] . De moeder spreekt echter onvoldoende Nederlands, wat de situatie belemmert. De hulpverlening in het vrijwillig kader heeft onvoldoende tot verbetering geleid, waardoor een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. [naam kind01] en de moeder moeten inzicht krijgen in de schadelijke gevolgen van het niet zorgvuldig omgaan met diabetes en tegelijkertijd zullen zij moeten leren omgaan met afspraken en structuur. De Raad heeft geen zorgen over de relatie tussen de moeder en [naam kind01] . Gezien wordt dat zij een liefdevolle band hebben.

Het standpunt van de moeder

Door en namens de moeder is geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De moeder maakt zich zorgen om de gezondheid van [naam kind01] . [naam kind01] zit in de puberteit en luistert niet altijd goed naar de moeder. De moeder krijgt al vanuit verschillende instanties hulpverlening aangeboden. Zij accepteert alle hulpverlening en staat overal voor open. De taalbarrière van de moeder maakt de gesprekken met hulpverleners en artsen wel moeilijk. De moeder is bang dat [naam kind01] uit huis geplaatst zal worden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind01] heeft diabetes type 1. Zijn ziekte vereist een grote mate van zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid, maar het lukt hem niet voldoende om zorgvuldig en verantwoordelijk te zijn. [naam kind01] laat zich onvoldoende aansturen en luistert niet naar zijn moeder en de artsen. De onzorgvuldigheid van [naam kind01] leidt tot gevaarlijke glucosewaarden en negatief gedrag. [naam kind01] lijkt onvoldoende in te zien dat zijn houding met betrekking tot zijn diabetes (potentieel) zeer schadelijk is voor zijn gezondheid. Ondanks de inzet van hulpverlening, onder andere vanuit 4Kids2Tell, lukt het de moeder niet om de regie te pakken. De moeder staat open voor alle hulpverlening en werkt overal aan mee, maar de taalbarrière van de moeder bemoeilijkt gesprekken met de hulpverleners en artsen. De moeder heeft bovendien onvoldoende grip op [naam kind01] . Nu gebleken is dat het in het vrijwillig kader onvoldoende is gelukt om een veilige situatie voor [naam kind01] te creëren, acht de kinderrechter een ondertoezichtstelling noodzakelijk. Het is van belang dat [naam kind01] en de moeder binnen de kaders van de ondertoezichtstelling meer inzicht krijgen in de ziekte van [naam kind01] en de mogelijke gevolgen en dat zij leren om op een veilige en adequate wijze om te gaan met de diabetes, structuur aan te brengen en afspraken na te komen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [naam kind01] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 5 januari 2023 tot 5 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2023 door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.