ECLI:NL:RBROT:2023:6241

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
10/327807-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handel in grote hoeveelheden cocaïne en witwassen door verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de handel in grote hoeveelheden cocaïne, met een totaal van 253 kilo. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor het verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne, en aan witwassen van een bedrag van 212.280 euro. De rechtbank heeft rekening gehouden met verschillende strafverminderende omstandigheden, waaronder de verantwoordelijkheid die de verdachte heeft genomen voor zijn daden en de druk vanuit het criminele circuit om een schuld te voldoen. De periode waarin de misdrijven zijn gepleegd was relatief kort en de verdachte heeft zelf een einde gemaakt aan zijn criminele activiteiten. De rechtbank heeft ook het tijdsverloop in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de verdachte zijn leven verder op orde heeft. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, wat afwijkt van de eis van de officier van justitie, die vier jaren had geëist. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven met ingang van 23 oktober 2023, zodat de verdachte de gelegenheid heeft om zijn zaken te regelen. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/327807-21
Datum uitspraak: 23 juni 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1984,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 27 maart 2023 en 23 juni 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 27 maart 2023 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.K. Nanhkoesingh heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 30 april 2021, te Rotterdam of te Barendrecht of te Ridderkerk of te Drunen of te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en/of verstrekt en vervoerd,
(ongeveer) honderd (100) blokken/kilogram cocaïne en
(ongeveer) achtentwintig (28) blokken/kilogram cocaïne en
(ongeveer) tweeëndertig (32) blokken/kilogram cocaïne en
(ongeveer) tweeënzestig (62) blokken/kilogram cocaïne en
(ongeveer) éénendertig (31) blokken/kilogram cocaïne,
zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
2.
hij in de periode van 1 februari 2021 tot en met 30 april 2021, te Barendrecht, althans in Nederland, meermaals, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten:
het verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren,
van handelshoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden of te bevorderen,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen en om daarbij behulpzaam te zijn en
- zich en anderen, gelegenheid
,middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit te verschaffen en
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen en gelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers hebbende verdachte en/of zijn mededaders:
- met elkaar en/of een ander of anderen via applicatie/programma "ANOM" contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over:
het verzenden van een zogenaamde "token" ("Stuur me token"),
locaties ("Zwolse", "lely", "020", "zoeter", "Utrecht", "Breda"),
verpakkingswijze ("steen vol met lucht zat en niet correct getapet", "Dubbel vacuum", "2/3 x folie en goed strak tape"),
kwaliteit ("product is echt sexy”, "goed spul", "Dingen zijn echt goed van kwaliteit Geur structuur alles"),
voorraad ("stock", "stash"),
geld ("pap", "17k ligt klaar"),
herkomst ("boli", "collo"),
opbrengsten ("72500 totaal", "81000"),
verdeling van opbrengsten (" [naam01] -8500", "Dus jij hebt voor werk geld 8500"), toekomstige
opdrachten ("op nieuw werk"),
hoeveelheden ("steen", "blokkie", "brick") en
- een of meerdere voertuigen ("White seat leon station”, "Black vw polo") voorhanden gehad en
- één of meerdere telefoons voorzien van applicatie/programma "ANOM" voorhanden
gehad en
- verpakkingsmateriaal (tape, folie) voorhanden gehad en
- contante geldbedragen voorhanden gehad en
- een administratie (spreadsheet Excel, schrift) bijgehouden en voorhanden gehad;
3.
hij in de periode van 1 februari 2021 tot en met 31 mei 2021, te Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
,één of meerdere voorwerpen, te weten:
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 20.000,00 en
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 10.000,00 en
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 49.280,00 of USD 59.230,78 en
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 50.000,00 of USD 59.908,23 en
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 33.100,00 of USD 39.542,67 en
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 50.000,00
,
voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij wist dat deze voorwerpen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
2.
medeplegen van om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen en daarbij behulpzaam te zijn, zich en anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het feit;
3.
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten,
de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de handel in grote hoeveelheden cocaïne. Het ging in totaal om ongeveer 253 kilo cocaïne. Voorts heeft de verdachte zich met anderen schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor het verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne. De gezondheidsrisico’s voor gebruikers van cocaïne zijn groot. Deze verslavende drugs kunnen bij regelmatig gebruik schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen voor de gebruikers meebrengen. De verdachte heeft hier kennelijk geen boodschap aan gehad. Verder gaat de handel in harddrugs vaak gepaard met diverse vormen van zware en georganiseerde criminaliteit, zoals geweldsfeiten en het witwassen van geld dat met de handel wordt verdiend. Aan dit laatstgenoemde feit heeft de verdachte zich voor een bedrag van in totaal 212.280 euro ook schuldig gemaakt.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Tevens heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 21 juni 2023 dat over de verdachte is opgesteld. De reclassering adviseert bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden omdat de verdachte geen hulpvraag heeft en hij de indruk wekt vaardig genoeg te zijn om eventuele toekomstige problemen zelfstandig op te lossen.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met het volgende. De verdachte heeft ter zitting verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Hij heeft bovendien aannemelijk gemaakt dat hij niet uit was op eigen geldelijk gewin. Ook is niet onaannemelijk dat hij de feiten heeft begaan vanwege druk uit het criminele circuit om een schuld te voldoen die was ontstaan door de inbeslagname van een partij drugs waarvoor de verdachte eerder is veroordeeld en waarvoor de verdachte, hoewel hij op zich legaal over zo’n bedrag kon beschikken, geen contant geld vrij kon maken vanuit zijn bedrijf. De periode waarin de misdrijven zijn begaan, is verder relatief kort en de verdachte heeft aan het plegen ervan kennelijk zelf een einde gemaakt. Hij heeft zijn leven verder op orde.
Ten slotte is er rekening gehouden met het tijdsverloop.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten en de recidive kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren passend en geboden. De rechtbank wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie. De reden daarvoor is gelegen in de hierboven uiteengezette omstandigheden.
De rechtbank zal de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte opheffen met ingang van 23 oktober 2023. De verdachte is dan vier maanden in de gelegenheid om binnen zijn bedrijf verder orde op zaken te stellen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen
2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenisvan de verdachte met ingang
van 23 oktober 2023.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, voorzitter,
en mr. J.H. Janssen en mr. F. van Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 23 juni 2023.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks in de periode van 1 maart 2021 tot en met 30 april 2021, te Rotterdam en/of te Barendrecht en/of te Ridderkerk en/of te Drunen en/of te Amsterdam, althans in Nederland, meermaals, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad,
(ongeveer) honderd (100) blokken/kilogram cocaïne en/of
(ongeveer) achtentwintig (28) blokken/kilogram cocaïne en/of
(ongeveer) tweeëndertig (32) blokken/kilogram cocaïne en/of
(ongeveer) tweeënzestig (62) blokken/kilogram cocaïne en/of
(ongeveer) éénendertig (31) blokken/kilogram cocaïne,
zijnde (telkens) cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
althans (telkens) een handelshoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks in de periode van 1 februari 2021 tot en met 30 april 2021, te Barendrecht, althans in Nederland, meermaals, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel
10 van de Opiumwet, te weten:
het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, af te leveren, verstrekken en/of vervoeren,
van (handels)hoeveelheden cocaïne, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende
cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een ander of anderen, heeft getracht te bewegen om dat feit c.q. die feiten te (doen) plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of een ander of anderen, gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit c.q. die feiten heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te
vermoeden, dat zij bestemd waren tot het plegen van hierboven bedoeld(e) feit(en),
immers hebbende verdachte en/of zijn mededader(s):
- met elkaar en/of een ander of anderen via applicatie/programma "ANOM" contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over:
het verzenden van een zogenaamde "token" ("Stuur me token"),
locaties ("Zwolse", "lely", "020", "zoeter", "Utrecht", "Breda"),
verpakkingswijze ("steen vol met lucht zat en niet correct getapet", "Dubbel vacuüm", "2/3 x folie en goed strak tape"),
kwaliteit ("product is echt sexy”, "goed spul", "Dingen zijn echt goed van kwaliteit Geur structuur alles"),
voorraad ("stock", "stash"),
geld ("pap", "17k ligt klaar"),
herkomst ("boli", "collo"),
opbrengsten ("72500 totaal", "81000"),
verdeling van opbrengsten (" [naam01] -8500", "Dus jij hebt voor werk geld 8500"), toekomstige
opdrachten ("op nieuw werk"),
hoeveelheden ("steen", "blokkie", "brick") en/of
- een of meerdere voertuigen ("White seat leon station”, "Black vw polo") voorhanden gehad en/of
- één of meerdere telefoons voorzien van applicatie/programma "ANOM" voorhanden
gehad en/of
- verpakkingsmateriaal (tape, folie) voorhanden gehad en/of
- contante geldbedragen voorhanden gehad en/of
- een administratie (spreadsheet Excel, schrift) bijgehouden en/of voorhanden gehad;
3.
hij op of omstreeks in de periode van 1 februari 2021 tot en met 31 mei 2021, te Barendrecht, althans in Nederland, meermaals, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meerdere voorwerpen, te weten:
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 20.000,00 en/of
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 10.000,00 en/of
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 49.280,00 of USD 59.230,78 en/of
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 50.000,00 of USD 59.908,23 en/of
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 33.100,00 of USD 39.542,67 en/of
– een geldbedrag ad (ongeveer) Eur 50.000,00 en/of
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, geheel en/of gedeeltelijk, middellijk, afkomstig was c.q. waren uit enig misdrijf.