ECLI:NL:RBROT:2023:623

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
C/10/649860 / JE RK 22-2953
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

Op 12 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [naam kind01], geboren in 2007. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met ingang van 12 januari 2023. Dit verzoek is ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al langere tijd zorgen zijn over [naam kind01], die verblijft op de open behandelgroep de Boemerang van Horizon Rijnhove. Er zijn zorgen over zijn gedrag, waaronder het regelmatig afwezig zijn zonder toestemming en problematische gedragingen. De kinderrechter oordeelt dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om [naam kind01] de rust, structuur en stabiliteit te bieden die hij nodig heeft, en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.

Tijdens de zitting hebben zowel de minderjarige als zijn ouders verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. [naam kind01] gaf aan dat hij zijn gedrag heeft verbeterd en dat hij niet vaak afwezig is. De ouders zijn van mening dat er eerst meer mogelijkheden op de open groep moeten worden geboden voordat tot een gesloten plaatsing wordt overgegaan. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat de huidige situatie op de open groep niet toereikend is voor de begeleiding van [naam kind01]. De kinderrechter heeft ook de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting een rapportage te overleggen over de stand van zaken en de voortgang van de behandeling.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 26 januari 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/649860 / JE RK 22-2953
datum uitspraak: 12 januari 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 29 november 2022, ingekomen bij de griffie op 20 december 2022;
- de deels instemmende verklaring d.d. 14 december 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 12 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind01] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander,
- de moeder,
- de vader,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam05] , begeleidster van de moeder vanuit Pameijer.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind01] verblijft op de open behandelgroep de Boemerang van Horizon Rijnhove.
Bij beschikking van 28 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 11 november 2023. Bij deze beschikking heeft de kinderrechter tevens de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 11 november 2023.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gewijzigd, in die zin dat wordt verzocht een gesloten machtiging te verlenen voor de duur van drie maanden en de behandeling van het overig verzochte aan te houden.
Er zijn al langere tijd zorgen over [naam kind01] . De groep geeft aan dat [naam kind01] vaak niet aanwezig is en dat hij, op de momenten dat hij er wel is, zich moeilijk laat begeleiden. [naam kind01] is regelmatig zonder toestemming van de groep af. Het gedrag van [naam kind01] blijft problematisch. Dat sinds enkele weken sprake zou zijn van een positieve ontwikkeling, wordt niet door de groepsleiding bevestigd.
Op een open groep kan onvoldoende tegemoet worden gekomen aan hetgeen [naam kind01] nodig heeft. De verwachting is dat een gesloten plaatsing voor rust, structuur en stabiliteit zorgt en dat [naam kind01] daardoor niet telkens op zoek gaat naar externe prikkels. Er kan dan ook gestart worden met medicatie voor zijn ADHD. Daarnaast zal [naam kind01] aangemeld worden voor therapie.
Daarnaar gevraagd geeft de GI aan niet eerder iets met de adviezen van het PO gedaan te hebben, omdat het PO pas laat is ontvangen vanwege een miscommunicatie in de overdracht.

De standpunten

Door en namens [naam kind01] is verweer gevoerd tegen het verzoek. Het gesprek met de gedragswetenschapper heeft [naam kind01] goed gedaan. Hij heeft sindsdien goed nagedacht over zijn toekomst. Hij zag in dat zijn gedrag moest verbeteren en heeft hiernaar gehandeld. Het gaat inmiddels een stuk beter met [naam kind01] , maar recente informatie over zijn gedrag ontbreekt.
[naam kind01] ontkent vaak afwezig te zijn van de groep. [naam kind01] heeft onbeperkte vrijheden opgebouwd en mag dus van de groep af. Het verzoek van de GI voelt voor [naam kind01] als straf.
Het is erg treurig dat er tot nu toe niets met de adviezen vanuit het PO is gedaan, te weten het starten met medicatie en inzetten van therapie. [naam kind01] heeft hier herhaaldelijk tevergeefs om gevraagd.
De moeder is het niet eens met het verzoek. Er zijn regelmatig gesprekken met de groep geweest, waarin telkens is gevraagd om medicatie en behandeling, maar daar is niets mee gedaan. Het is vreemd dat [naam kind01] nu weer gesloten geplaatst moet worden, omdat hem geen passende behandeling kan worden geboden.
De vader is het ook niet eens met het verzoek. [naam kind01] moet de kans krijgen om met behandeling en medicatie te starten op de open groep. Als het dan nog steeds niet goed gaat, is een gesloten plaatsing pas aan de orde.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Bij [naam kind01] is al langere tijd sprake van gedragsproblematiek. Hij vertoont zelfbepalend gedrag en onttrekt zich aan het gezag van volwassenen. Ook zijn er zorgen over zijn middelengebruik en seksuele ontwikkeling. Vanwege zijn forse gedragsproblematiek heeft [naam kind01] eerder op een gesloten groep verbleven, van oktober 2021 tot april 2022. Deze gesloten plaatsing heeft [naam kind01] goed gedaan. Hij ervaarde meer rust en stabiliteit.
[naam kind01] is in april 2022 doorgeplaatst naar de open groep de Merel, waar hij een terugval heeft laten zien in zijn gedrag. Een overplaatsing naar een andere open groep, de Boemerang, heeft niet tot voldoende verbetering van zijn gedrag geleid.
[naam kind01] heeft verteld dat hij sinds december 2022 hard aan de slag is gegaan met zichzelf en dat hij sindsdien een verbetering laat zien. De GI geeft echter aan dat de groep deze verbetering niet ziet. Horizon geeft aan dat het op een open groep niet lukt om [naam kind01] voldoende te begeleiden. Zij kunnen hem niet de rust, structuur en stabiliteit bieden die hij nodig heeft, waardoor zijn ontwikkeling en veiligheid onvoldoende gewaarborgd is.
De kinderrechter zal daarom mede gezien de verklaring van de gedragswetenschapper de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen en wel voor een periode van drie maanden. De behandeling van het overig verzochte zal worden aangehouden tot de hierna te noemen zittingsdatum.
De kinderrechter is met [naam kind01] en zijn advocaat van oordeel dat het te betreuren is dat er niet eerder iets is gedaan met de adviezen vanuit het PO. De kinderrechter acht het van belang dat zo snel mogelijk wordt gestart met medicatie en therapie, aangezien de verwachting is dat dit een positieve invloed zal hebben op het gedrag van [naam kind01] . De komende maanden kan dan bezien worden wat de effecten zijn van de medicatie en therapie.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen zittingsdatum een rapportage te doen toekomen omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.
Indien het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd, wordt de GI verzocht om een nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper te overleggen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 12 januari 2023 tot 12 april 2023 betreffende de minderjarige [naam kind01] ;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, [naam kind01] en mr. Den Hollander in deze zaak zal plaatsvinden op
6 april 2023 te 15.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. G.M. Paling, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden en mr. Den Hollander;
gelast de oproeping van [naam kind01] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. Den Hollander) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2023 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.