Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 20 april 2023 met producties 1 tot en met 21
- de mondelinge behandeling gehouden op 13 juni 2023.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de gemeente Rotterdam, als verzoekster, de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam verzocht om machtiging te verlenen voor het bijeenroepen van een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) van een naamloze vennootschap, die niet verschenen was. De gemeente heeft dit verzoek ingediend op basis van de artikelen 2:110 en 2:111 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De procedure begon met een verzoekschrift op 20 april 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 juni 2023. De voorzieningenrechter heeft op 20 juni 2023 uitspraak gedaan.
De gemeente stelde dat zij een redelijk belang heeft bij het bijeenroepen van de AvA, omdat zij feitelijk al jarenlang als eigenaar van een perceel is gaan handelen dat geregistreerd staat op naam van de vennootschap. De vennootschap is sinds 1969 uitgeschreven uit het handelsregister en heeft geen bestuur meer. De gemeente heeft in het verleden al investeringen gedaan in het perceel en wil nu de juridische situatie in overeenstemming brengen met de feitelijke situatie. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente voldoet aan de vereisten van artikel 2:110 BW en heeft de machtiging verleend.
De voorzieningenrechter heeft de gemeente gemachtigd om de AvA bijeen te roepen, waarbij de benoeming van een nieuwe bestuurder en de toekenning van bevoegdheden aan deze bestuurder op de agenda staan. De oproeping voor de vergadering moet ten minste zes weken van tevoren openbaar worden gemaakt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.