3.1.ECP vordert om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de gerechtelijk bewaarder (DigiJuris) te machtigen een selectie te maken van de zich in gerechtelijke bewaring bevindende bescheiden, waarbij DigiJuris uit de zich in gerechtelijke bewaring bevindende bescheiden dus steeds die bescheiden selecteert die vallen binnen de reikwijdte van de bescheiden als gedefinieerd in randnummer 3.5 van de dagvaarding, een en ander op basis van de zoektermen zoals door ECP genoemd in producties 37 en 38;
Simbolo c.s. te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de gerechtelijk bewaarder DigiJuris schriftelijk en ondubbelzinnig opdracht te geven om de in beslag genomen bescheiden zo spoedig mogelijk aan ECP te verstrekken, voor zover deze onder de door DigiJuris gemaakte selectie vallen;
te bepalen dat voor iedere overtreding door Simbolo c.s. van de veroordeling onder sub 2 een dwangsom aan ECP wordt verbeurd van € 10.000,00 ineens, vermeerderd met € 1.000,00 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat een overtreding voortduurt, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
te bepalen dat, indien Simbolo c.s. weigeren om te voldoen aan de veroordeling als bedoeld onder sub 2, het door de voorzieningenrechter in dezen te wijzen vonnis in plaats van voornoemde opdracht zal treden;
Simbolo c.s. te veroordelen in de proceskosten, inclusief de beslagkosten op de voet van artikel 706 Rv (tot op heden voorlopig begroot op € 2.375,03), onder bepaling dat, indien de proceskosten niet binnen zeven dagen na de dag waarop het vonnis is betekend aan ECP zijn voldaan, daarover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is.