4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op 27 februari 2023, te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
om een feit, bedoeld in het vierde
envijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor
te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen,
waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en- het opzettelijk afleveren, verstrekken en/of vervoeren
van 10 kilogram cocaïne- voorwerpen
envervoermiddelen,
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader, wisten
dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat feit,
door
- zich met een voertuig, te weten een Volkswagen Crafter (gekentekend [kenteken01] ) te
begeven naar de parkeerplaats van [bedrijf01] , gelegen op de Maasvlakte
en- aldaar een donker duikpak aan te trekken en- een duikuitrusting met trimvest, zwemvliezen en een GoPro voorhanden te
hebben en
- een met zwarte tape bedekte persluchtfles voorhanden te hebben, terwijl deze
persluchtfles oorspronkelijk wit van kleur was en
- een zwart geverfde onderwaterscooter met afgeplakte displays voorhanden te
hebben, terwijl deze onderwaterscooter oorspronkelijk oranje
/rood en wit van kleur
was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.